Muziektheatergroep Tafel van Vijf haakt altijd handig in op de actualiteit van historische onderwerpen. Het huidige Rembrandtjaar was aanleiding voor artistiek leider Herman van Baar om toneelschrijver Ad de Bont om een tekst te vragen over de mens achter de kunstenaar Rembrandt. Het stuk wordt meestal gespeeld in combinatie met een bezoek aan het Rijksmuseum in Amsterdam of een ander museum. Dat betekent voor de middelbareschoolleerlingen een verdieping van de kennis van de schilder, zijn meesterwerken en zijn leven.

Uitgangspunt is het einde van Rembrandts leven, als al zijn vrouwen en bijna al zijn kinderen dood zijn, zijn werk uit de mode is geraakt en hij bijna niet te eten heeft van armoede. Behalve Rembrandt komen twee vrouwen uit zijn leven aan het woord, zijn verstoten en al gestorven minnares Geertje Dircx en zijn dochter Cornelia, het enige familielid dat de schilder overleefde. Van deze twee vrouwen zijn geen of nagenoeg geen afbeeldingen bekend, waardoor wij ze minder lijken te kennen dan Saskia, Titus of Hendrikje.

Rembrandt wordt zeer geloofwaardig gespeeld door Oscar Siegelaar. Hij is ziek, stervende zelfs. Een metronoom telt zijn laatste minuten af. Hij wordt bezocht door de geest van Geertje Dircx, die hij wreed en kleinzielig heeft behandeld, maar actrice Rosa Mee laat zien dat zijn voormalige huishoudster zelf ook geen doetje is. Gewapend met een cello, waar zij zeer mooi op speelt, maar die ook een geducht wapen kan zijn, attaqueert zij hem keer op keer. Dafne Holtland als het jonge, soms wanhopige meisje Cornelia speelt verleidelijk en lieflijk gitaar en harmonica.

Met z’n drieën zingen en vertellen ze in door elkaar gemonteerde flarden over het leven van de kunstenaar, zijn aanvankelijke succes, zijn huwelijk met Saskia, het ongelukkige avontuur met huishoudster Geertje, hoe hij dan verliefd wordt op het dienstmeisje Hendrikje, maar vanwege een erfeniskwestie niet met haar kan trouwen, hoe kinderen worden geboren en bijna allemaal sterven.

Hij valt in ongenade bij de stadsbestuurders en moet aanzien hoe die zijn eigen leerlingen boven hem prefereren als het om lucratieve opdrachten gaat voor het nieuwe stadhuis op de Dam. Als hij uiteindelijk een enorm schilderij over de opstand van Claudius Civilis en de Bataven mag maken wordt dat zonder pardon teruggestuurd. Het is te donker, te ruw, te grof.

Rembrandt wordt in dit stuk steeds meer een oude, nurkse, eenzame man, die maar met moeite zijn fouten tegenover zijn huisgenoten kan erkennen en die de arme Cornelia door zijn onmogelijke eisen tot wanhoop drijft. Toch verliest hij onze sympathie niet, als hij liever honger lijdt dan een groot familieportret te verkopen, dat niet alleen in onze ogen een ongekend meesterwerk is, maar dat hem ook troost omdat het hem aan betere tijden doet denken.

Deze muzikale Rembrandt-voorstelling is eenvoudig van opzet en kan in elk gymlokaal worden gespeeld. Hij wordt bijzonder goed gespeeld en is door Alexander de Bruijn compact en effectief geregisseerd, de kostuums van Dieuweke van Reij en Sanne Oostervink zijn eenvoudig en mooi. Een echt decor is niet nodig, een paar goed gekozen voorwerpen zijn voldoende. De muziek (van componisten Michiel Schreuders en Daniel van Huffelen) is dit keer niet luid en provocerend, maar het geluid van een bescheiden folkmuziek past heel goed bij de zeventiende-eeuwse situaties.

Ik zag een schoolvoorstelling voor een Haarlemse vwo-school in het Amsterdamse Theater de Krakeling. De leerlingen hadden net de grote Rembrandt-Velazquez-tentoonstelling gezien. Ze waren zo muisstil, dat ik even dacht dat dit verhaal van een eenzame, oude man enigszins over hun hoofden heen ging. Maar bij het nagesprek bleek dat allerminst het geval. Ze hadden het soms ingewikkelde verhaal uitstekend begrepen.

Juist de combinatie van het zien van de schilderijen in het Rijksmuseum en de scènes over het einde van het leven van de schilder leidde tot een verdieping van hun ervaring en een zinvolle verwarring over een groot kunstenaar die wellicht af en toe een wat minder groot mens is geweest.

Foto: Bas de Brouwer