Hoe komen we bij elkaar? In partnerdansen of gewoon allemaal samen in de extase van een opzwepende beat. Dat laatste natuurlijk. In Reaching van choreograaf Michele Rizzo verplaatst het clubleven zich naar de museale wereld. Elf performers dansen met wezenloze blik het zweet uit hun lijf in Het Stedelijk Museum. Rizzo deed het al eens eerder, zij het met een andere componist.

We worden naar één hoog geleid in het Amsterdamse museum, waar we tegenover de trap door een donker gordijn een lege zaal instappen. Op de grond liggen kussentjes in een lange rechthoek. In de ruimte twee mannelijke performers, ze hebben contact met elkaar. Niet heel intiem, maar met een zekere formele afstand raken ze elkaars armen aan. Muziek vult de ruimte luid, heel luid als meerdere performers, de een wat excentrieker dan de ander, de ruimte betreden en onderling dito handelingen uitvoeren in koppeltjes.

In een volgende fase beweegt ieder voor zich door de ruimte, deinend van het ene been op het andere. Het is een prettig schouwspel om naar te kijken. We hebben alle tijd om de individuen te observeren. Maar de blikken van de performers zijn leeg, ze kijken ons niet aan en ook elkaar niet of nauwelijks. Ik herken die blik van het museale performance werk van de Duitse Anne Imhof; een blik met een zuigende werking. Nog niet alle performers hebben hem helemaal onder de knie in deze eerste publieke opvoering. Maar gaandeweg de voorstelling wordt het gemakkelijker, als bewegingen intensiveren en er meerdere ritmes ontstaan in de ruimte.

Leidend in dit alles is de geluidscompositie van Billy Bultheel, die ook veel met Imhof samenwerkte. Eerst is die snoeihard, vol en doordringend, later krijgt het wat meer nuance. Hoe anders dan de compositie van Rizzo’s vorige productie Higher (2016) door Lorenzo Senni; donkerder, schurend soms. Als het dan eindelijk even stil is – wat een verademing – krijgen we alle tijd om de bezwete lichamen in ons op te nemen.  Wat een metamorfose! Vooral de gezichten van de performers zijn fascinerend om te zien; doorleeft, doorbloed – plots heel menselijk.

Rizzo en het Het Stedelijk Museum hebben inmiddels een hechte band, hij voerde er enkele jaren terug ook een extended versie van Higher op. Al is de integratie van clubdans niets nieuws meer in de kunstwereld – het begint toch echt een beetje sleets te worden – de eenvoud van dit concept dwingt respect af. Nergens sluipt het drama binnen. Anders dan het werk van Imhof blijft het werk van Rizzo daardoor uiterst licht verteerbaar; het bewegend lichaam in een even zuivere als zuiverende expositie.

Foto: Frank Sperling