Het is slechts een voorstudie. Toch toert Khadija El Kharraz Alami met Re-claiming Space al enige tijd langs theaters in Nederland en België. De voorstelling is een gestructureerde improvisatie, waarbij de theatermaakster een gast op het toneel uitnodigt zonder die eerder ontmoet te hebben. Ze vraagt haar gast een manifest voor te bereiden. Zelf brengt ze eten mee en een ritueel. Eind september zie ik in De Brakke Grond haar ontmoeting met de danseres en dansmaker Courtney May Robertson. Onder anderen Malique Fye, Rodrigo Batista en Mira Thompson gingen haar voor. 

De performance is een (co)productie van Productiehuis Theater Rotterdam, De Pianofabriek, Kaaitheater, NTGent, Frascati Producties én De brakke Grond. Het is stil in deze laatste zaal als El Kharraz en Robertson opkomen. De laatste gaat meteen in een lage stoel net buiten het speelvlak zitten, op de rand met het publieksgedeelte. Grote schermen tonen beelden, die vanuit twee camera’s worden geschoten. Vanuit het grid wordt levensgroot de witte vloer geprojecteerd op de achterwand, terwijl een cameravrouw close-ups produceert van de handeling op het podium.

Het blijft stil in de zaal als El Kharraz haar gezicht opmaakt voor de camera, met een vette streep en twee puntjes op haar kin en een net iets andere tekening boven haar wenkbrauwen. Als ze wegkijkt van de camera richting zaal ontstaat er een spiegelhuis van kruisende blikken. Terwijl op de schermen haar vrolijke ogen van ons vandaan gaan, is in werkelijkheid haar blik nu pas echt op ons gericht.

El Kharraz laat zich wassen. Ze kleed zich uit en laat zich aankleden. Langzaam daalt er een diepere stilte neer in de Expozaal van de Brakke Grond. De close-ups van haar naakte lichaam vliegen over de beeldschermen. Een van oorsprong Marokkaanse vrouw die bloot op het toneel staat, is dat schokkend of spannend? We krijgen alle tijd om er over na te denken.

Het wassen geeft het naakte lichaam iets heel concreets. De wereld van de plaatjes, de orde van de plaatjes – ze worden zachtjes opengebroken. Ook het insmeren met olie en aangekleed worden, zonder dat er een woord wordt gezegd, verbindt verschillende werelden, vast voor iedere toeschouwer anders. Tepels vergroot in beeld doen mij denken aan het ridicule verbod op Facebook, terwijl het wassen mij eerder herinnert aan de doden dan aan de levenden. En herinneringen aan bezoeken aan een Amsterdamse hamam tientallen jaren geleden – toen dat na de sauna een nieuw fenomeen was – verbinden zich met de vraag wanneer moslims zich ook alweer ritueel wassen. Ik zoek het later op: voor het gebed.

De spanning tussen (woordeloze) tekst en context wordt door El Kharraz zorgvuldig ingezet. Steeds laat ze net genoeg definitie weg om de verbeelding van de toeschouwers extra te prikkelen, hen tot eigen associaties te dwingen, waardoor ook de grenzen en de kaders van het eigen kennen duidelijk worden. De uitnodiging aan haar gast op het toneel is dito: ruimte open laten om te zien wat er dan komt, daarmee spelen, en daardoor steeds teruggaan naar de kaders. El Kharraz weet op meerdere momenten met niets of heel weinig veel te bereiken.

Het kostuum van El Kharraz is zwart en doorschijnend, terwijl Robertson een schotse rok met groenblauwe ruiten tot op de kuiten heeft aangetrokken, daarboven een glinsterende, blauwe top. Wat gaan ze doen, wat staat er te gebeuren? De rust wordt nu gevoed met enige spanning. De dames geven ook zelf toe zenuwachtig te zijn. Maar duidelijk is dat ze als performers pur sang vooralsnog genieten van de uitdaging.

Haar eerste vraag aan Robertson is welk spelletje ze het liefst speelde toen ze een kind was. En dus spelen ze blindemannetje. En daarna tikkertje, als de rollen worden omgedraaid. Het kost de relatief kleine Robertson heel veel inspanning om de langbenige El Alawi uiteindelijk te pakken te krijgen.

Voordat de conversatie met Robertson begint, spreekt El Kharraz een tekst uit. Het is een poëtische oproep, die de titel van de voorstelling, naast het letterlijk ruimte laten van hierboven, nader preciseert. ‘Er is ruimte voor karakters zoals wij [..] ik spreek uw taal en u leert de mijne. [..] Met en zonder angst. Vol vertrouwen omarmen we het weten niet te weten [..] Mijn lijf beweegt nog steeds. Alles rimpelt, alles danst; alles is bewegen en zegevieren.’

Het triomfantelijke van het optreden van El Kharraz, het pleidooi dat vooruitloopt en de ervaring van de toeschouwer alvast kadert, van een frame voorziet, de gebiedende wijs en de metaforen – het provoceert. Ver voorbij de bevestiging van deze of gene identiteit als iets wat reeds gedaan is en slechts erkend dient te worden, rijgt de actrice en schrijfster van situaties zachte botsingen aan elkaar die, als vanouds, van het persoonlijke iets politieks maken en van het politieke iets persoonlijks.

Heel overwogen bouwt ze naast het stoere expressionisme, naast de discussies met haar partner op het podium en die andere partner – het publiek in de zaal – ook een weldadig soort niets in. Waar het rituele wassen nog een theatrale en esthetische kwaliteit heeft, lopen het samen eten en dansen op muziek weg uit de setting van representatie en doelgerichte handeling of vertelling. De belofte van de vele rollen die we zouden kunnen spelen wordt langzaamaan vervangen door de vraag naar welke rol we precies hier nu aan het spelen zijn. Om die vraag te beantwoorden, moet er ruimte worden gemaakt, moet worden weggelaten, de vanzelfsprekendheid van de handeling gestaakt, lijkt El Kharraz voor te stellen.

Deze aflevering van Re-claiming Space met Courtney May Robertson heeft een zekere lichtheid en is mooi subtiel in de manier waarop beiden de scherpte zoeken en tegelijkertijd open en reël blijven, dicht bij zichzelf en de ander, terwijl direct en indirect de nodige vragen over samenleven en uitsluiting op tafel komen, wat het individu daar doet en hoe mensen als groep iets zouden kunnen betekenen, én wat de rol van theater en kunst daarin zou moeten zijn. Het levert een bijzonder soort sprech-theater anex circusact op, met allerlei ballen in de lucht. Het is spannend en ontspannend tegelijkertijd, dit proces op het toneel, en alles behalve oeverloos of ongericht.

Uiteraard is iedere ontmoeting anders, maar de zorgvuldige manier waarop El Kharraz geeft en neemt, de touwtjes laat vieren en weer aantrekt, soms bijna geheel verdwijnt van het podium en dan weer pontificaal de boel naar zich toe trekt, een gevoelsmatige dialoog aangaat over macht en tegenmacht, maakt vreselijk nieuwsgierig naar de andere afleveringen. Het uiteindelijke werk komt uit in het voorjaar en is een bewerking van wat geldt als de meest experimentele roman van Virginia Woolf, The Waves. Het weven van verschillende stemmen, met en zonder taal, is Khadija El Kharraz Alami in ieder geval op het lijf geschreven.