Marcel Osterop en een zingende robot zijn de hoogtepunten van Ravi de robot, een wat onevenwichtig gezinsdrama over een eenzaam meisje dat vriendschap sluit met het mysterieuze, zelfbewuste titelpersonage.

Sas gaat al een week niet naar school. Ze zegt dat ze ziek is, maar het euvel lijkt meer psychologisch dan fysiek: haar moeder, een astronaut, is volgens haar vader ‘de sterren en planeten aan het tellen’ en is al heel lang van huis, en Sas mist haar verschrikkelijk. Sas’ vader heeft geen tijd voor haar verdriet: hij begraaft zich in zijn werk en vindt het maar lastig dat Sas steeds thuis is. Op een dag vindt Sas op de gang een robot, met wie ze vriendschap sluit, tot groot chagrijn van haar vader – die er desalniettemin het beste van probeert te maken.

Ravi de robot, een co-productie van Theater Sonnevanck en Silbersee in samenwerking met de Universiteit Twente, brengt allerlei disciplines en ideeën samen in één voorstelling. Acteurs Whitney Sawyer en Marcel Osterop delen niet alleen het podium met muzikant Yung-Tuan Ku (door scenograaf Morgana Machado Marques in een astronautenpak gehuld om de afwezige moeder te suggereren), maar ook met acteurs die via videoverbinding met de personages in gesprek gaan, een huiskamer die uit allerlei ‘levende’ apparaten bestaat (een openslaande koelkast, een Roomba slash digitale bediende) én met het titelpersonage, de door Edwin Dertien ontworpen robot Ravi.

Het is wat veel, en de verschillende elementen concurreren soms eerder met elkaar dan dat ze complementair werken. Dat is vooral te merken in de liedjes van de voorstelling, waarvan er gerust een aantal in de montage hadden mogen sneuvelen omdat ze inhoudelijk te weinig aan het geheel toevoegen of de vaart uit de voorstelling halen (met name een afscheidsritueel voor de gesneuvelde Roomba is een vrij killable darling). Je krijgt het gevoel dat de muzikale dramaturgie (van Romain Bischoff) vaak in de clinch ligt met wat de voorstelling inhoudelijk nodig heeft.

Daar heeft vooral de lijn van Sas onder te lijden. Sawyer krijgt vanwege al het muzikale en technologische geweld om haar heen eigenlijk geen ruimte om een gelaagd personage neer te zetten: ze moet al haar emotionele diepgang uit een schaamteloos sentimenteel musicalnummer over haar afwezige moeder halen en blijft verder vrij vlak in haar ontwikkeling.

Mijn identificatie en sympathie verschoof daarmee al snel naar de vader, die door Osterop met geweldig fysiek spel tot leven wordt gebracht. Hij deinst er niet voor terug om met cartoonesk spel het ongemak van zijn personage uit te vergroten, maar nuanceert de absurditeit continu met een ondertoon van machteloosheid. Zo kun je makkelijk mee in de worsteling van de vader, die geen ruimte krijgt voor zijn eigen verdriet omdat hij steeds met de grillen van zijn dochter en haar vreemde vriendje moet meebewegen.

Het andere hoogtepunt van de voorstelling is Ravi zelf: een robot die met zijn voelsprieten, armen en LED-lichten genoeg expressieve mogelijkheden heeft meegekregen om als overtuigend personage te functioneren. Het geestige stemwerk van tenor Georgi Sztojanov vervolmaakt én ontregelt de fictie: door zijn Hongaarse accent en zijn operazang krijgt Ravi een unieke persoonlijkheid, en komen technologie en onmiskenbaar menselijke performance mooi samen.

Het levert enkele ontwapenende scènes op, maar Ravi de robot slaagt er niet in om tot een coherent en emotioneel bevredigend geheel te komen. Dat wreekt zich aan het eind van de voorstelling. Na een catharsismoment voor Sas en haar vader moet er ook nog een eind een het lijntje van Ravi zelf worden gebreid – met natuurlijk ook een eigen afscheidsliedje – waardoor de impact van het slot verwatert. Vanwege de op alle fronten verdeelde focus komt Ravi de robot uiteindelijk niet tot een overtuigend geheel.

Foto: Sanne Peper