Zijn stijl noemt de gehandicapte danser Michael Turinsky ‘crip choreography’, de choreografie van de kreupele. Dat klinkt oneerbiedig, maar dat wil Turinsky beslist niet.

Turinsky studeerde filosofie aan de universiteit van Wenen en is werkzaam als danser, choreograaf, docent en theoreticus. In de voorstelling Ravemachine, samen met de eveneens uit Oostenrijk afkomstige choreografe en danseres Doris Uhlich, maakt hij zijn entree in een elektrisch voortbewogen rolstoel mét rookpluim. Turinsky kan ternauwernood zijn bijna verlamde benen gebruiken en een arm bezit niet veel kracht. Toch is Ravemachine op het Spring Festival in Utrecht een boeiende, onvergetelijke performance.

In zijn theorie legt Turinsky het accent op het lichaam als object, zeker het gehandicapte lichaam dat meer dan een ‘normaal’ lichaam lastig is te beheersen. Aanvankelijk vervult zijn danspartner Uhlich slechts de rol van muzikante die met pulserende beat voor een intens geluidsdecor zorgt. Geleidelijk neemt ze deel aan het danspatroon. Als Turinsky zich eenmaal moeizaam heeft bevrijd van de rolstoel, volgt een choreografie waarin de beide lichamen langs en tegen elkaar aan vibreren en ze symmetrische patronen vormen in duetten, die op geen enkele manier de esthetiek van het traditionele ballet nastreven, integendeel.

Danseres Uhlich laat welbewust zien dat haar lichaam niet afgetraind is, maar vol; ze danst de shake waarbij haar buik, heupen en onderarmen trillen. Er zitten minimale taalfragmenten in de voorstelling, zoals ‘My body your body’ en ‘My body your pleasure’. De performance is ruw en rauw met als hoogtepunt de scène waarin Turinsky een gewone rolstoel helemaal uit elkaar smijt, de wielen in zwiepende bewegingen laat wegrollen en de stoel zelf inklapt en tegen de grond slaat. Ondertussen trekt Uhlich reusachtige, hardroze laarzen aan waarmee zij in de elektrische rolmachine van Turinksy rondrijdt.

Met deze voorstelling won het duo in 2017 de Nestroy Prijs, de belangrijkste Weense theaterprijs. Ravemachine stelt aan de toeschouwer andere eisen dan een reguliere dansuitvoering. Maatstaven als schoonheid en souplesse zijn niet aan de orde. We zijn getuige van een lichaam dat zichzelf met evenveel fysieke als mentale inspanning en concentratie uittilt boven zijn beperkingen en die beperkingen overwint. Dat geeft de sensatie van bevrijding. Turinsky’s dans op wankele benen is onthutsend en bezit een eigen schoonheid: die van breekbare kracht. Als Uhlich ook plaatsneemt in de rolstoel en daarmee rondrijdt, rakelings langs het publiek op de eerste rij, dan is de rolwisseling compleet. De beperkte danser danst en de niet-beperkte danser volgt choreografische patronen in de rolstoel. Ondertussen sleept de technobeat iedereen mee, de dansers én de toeschouwers.

Foto: Peter Empl