Een hele performance improviseren, welke rare vogels doen dat nou? De mannen en vrouwen van Un Loup Pour L’Homme hebben een flinke dosis lef, dat is zeker. Maar ook het vakmanschap en onderling vertrouwen om het voor elkaar te krijgen. We zien een bewegingsstroom die zo vloeiend verloopt, dat het gechoreografeerd lijkt. Toch staat niks vast, zo wordt ons voor aanvang verteld. Het gezelschap gaat een experiment aan dat elke avond anders uitpakt. Het doel: een acrobatische evolutie in vijftig minuten.

In dit experiment is de tent het laboratorium. Acrobaat Alexandre Fray komt op, vraagt ons de telefoons uit te zetten en vertelt wat hij in de arena gaat uitproberen. Een tweede performer komt op. Ze gaan tegenover elkaar zitten, plaatsen langzaam hun voeten tegen elkaar en beginnen een contactimprovisatie. De één past zich aan aan de ander, laat hem op hem staan en over hem heen lopen.

Er is geen muziek, de typerende spanning en ontlading van een circusshow is afwezig. In plaats daarvan is er een gezamenlijke concentratie op de lichamelijkheid van de performers, en is elke nieuwe beweging een belangrijk gebeurtenis. Door dit minimalisme en de focus op het lichaam krijgt het contact tussen de mannen een intieme, bijna sensuele kwaliteit. Wat in het midden van de tent begint, ontwikkelt zich tot een rondtrekkende beweging, en dan duikt de rest van het gezelschap één voor één uit het publiek op. Ze assimileren in de groep, het tempo versnelt en de acrobatische trucs worden complexer.

Verschillende acrobaten laten zich ondersteunen door de groep en beginnen te ‘lopen in de lucht’. Dat wordt een thema die in verschillende variaties terugkeert. De een loopt schuin, de ander huppelt van linker- naar rechtervoet, een derde versnelt het tempo om zijn voorganger achterna te jagen. Naarmate de performance versnelt, komt er meer spanning en humor in de tent. De eerste verbaasde reacties volgen als er een menselijke toren wordt opgebouwd, de bovenste acrobaat zich laat vallen en moeiteloos opgevangen wordt.

Er wordt gelachen als een van de performers besluit de kantjes er van af te lopen. Wanneer de groep in een rijtje gaat staan en zo snel mogelijk naar achter probeert te rennen tot er iemand omvalt, gaat hij handig in het midden staan. Als de performers zichzelf naar voren werpen en laten opvangen door anderen, kiest hij voor de man die het dichtst bij hem staat. Waar de performance aan het begin nog het risico heeft om te verstild te worden, ontstaat er in de tweede akte meer luchtigheid.

Als slotakkoord verschijnt een laatste acrobaat uit het publiek, wellicht om aan te geven dat de tijd om is. Het tempo in de voorstelling vertraagt. De eerste sequens – het contact maken door de voeten tegen elkaar te zetten – herhaalt zich en markeert het einde van de improvisatie. De cirkel is rond.

Rare Birds is een performance die je eigenlijk vaker moet zien, om te ontdekken wat de vaste bouwblokken zijn en waar de variatie zit. De volgorde zal wel vaststaan, dacht ik, en in dat kader kan geïmproviseerd worden. Een fan van de groep vertelde me echter dat de vorige uitvoering heel anders was, en dat Un Loup Pour L’Homme veel meer improviseert dan ik gedacht had.  Hoe het ook zij, hier is contactimprovisatie van hoog niveau te zien. Een geslaagd experiment dat wisselt tussen intieme beweging en imponerende acrobatiek.

Foto: Slimane Brahimi