Needcompany voor kinderen. Na meer dan 25 jaar wagen de mensen van Needcompany zich aan een productie voor het jonge publiek. In eerste instantie komt dat vreemd over voor zo’n internationaal serieus gezelschap, maar als je even reflecteert dan had je dat natuurlijk kunnen verwachten. In hun voorstellingen zaten altijd al momenten van louter spelplezier, van associatief nonsensspel, van een vormenspel dat ook jong had kunnen bekoren. Nu hebben ze een aantal elementen uit hun vorige voorstellingen samengebracht in een swingende productie die voor jong bedoeld is, maar ook oud laat genieten.

Het podium hangt vol rechthoekige platen van gelijke grootte maar met verschillende motieven. Behangdesign met bloemetjes, glitterende sterretjes, geometrische figuurtjes, effen kleurvlakken. Twee rechthoeken schuiven het toneel op. Het refereert duidelijk aan het Mechanisches Ballet uit 1923, en het schuivend spel ontlokt verbazing en jolijt. Dan zie je benen onder de panelen, en een kiekeboespel begint.

Er verschijnt van boven een kapitein, achter een paneel verdwijnt een matroos, een kartonnen boot vaart het toneel op. De vijf dansers en danseressen springen in grappige zeekostuums door elkaar, laten kartonnen haaien de boot aanvallen, happen naar adem, zwemmen in de lucht de coulissen in. Ze willen het publiek behagen, ze glimlachen constant, als circusartiesten, ze zwaaien vaak. Ze willen elkaar overtroeven in dansante kunstjes.

Dat spel duurt wat te lang en te nadrukkelijk, maar zo snel het dansspel weer abstract wordt met schuivende panelen en uitbeelding van rare figuren wordt het weer boeiend. Een figuur in een groot hoepelkostuum valt om en komt niet meer overeind, twee danseressen groeien boven elkaar uit; in een aangenaam tempo volgen de acts elkaar op. Heel even wordt er als groep gedanst. Voor mij had dat wat vaker mogen zijn.

Alles neigt heerlijk naar slapstick, ook uit de jaren twintig, à la de Dikke en de Dunne, à la de Marx Brothers met een figuur als Harpo die de show steelt. Het zijn typetjes die we ook uit de volwassenenproducties van Needcompany en zeker uit de dansvoorstellingen van Grace Ellen Barkey en Lot Lemm kennen.

Wat later komen er twee danseressen op met op hun hoofden rammelende kannetjes, en aan de rand van hun hoofddeksel bengelen kopjes en schoteltjes. The porcelain project, maar nu in een mini-opvoering. Mythische, Indische dierenfiguren uit hout schuiven voorbij, ze komen uit de installatie die voor Superbodies was gecreëerd, en natuurlijk waggelt de levensgrote gebreide beer uit This door is too small (for a bear) het podium op. Als een Bumba en Mickey Mouse uit de pretparken zwaait hij naar het publiek, maar hij is natuurlijk veel leuker als hij in gevecht gaat met de rubberen wasmachine, met de wasmand en de strijkplank (allemaal attributen uit dezelfde productie). In Raar? Maar Waar! komen er nog miniwasmachientjes bij en huppelen ook nog vier andere dansers in kleurige en licht fluorescerende gebreide pakjes en rokjes rond. Rare, maar leuke wezentjes zijn het, die elkaar eerst wat pesten, maar dan samen willen dansen. Ze maken van panelen een boot, en zwaaien het publiek uit.

Raar? Maar Waar! is een ontwapenende voorstelling geworden, pretentieloos (jaja!), met visuele grappen en verrassingen, met een aanstekelijk dansant spelplezier, voor heel klein, zowaar voor alle leeftijden. Of je nu jong of oud bent, je huppelt de zaal uit.

Foto: Fred DeBrock