We zien een bordkartonnen saloon uit het Wilde Westen. Een whiskyglas blijft maar elegant heen en weer zeilen over de ellenlange bar, tussen een stoere jonge cowboyvrouw, die het maar blijft legen, en de barman, die het met groeiende tegenzin blijft vullen. Ineens stokt het glas halverwege, opgevangen door een derde personage: een cowboyman.

Zo begint Pursuit of Happiness van Nature Theater of Oklahoma. Het stond vrijdag precies één keer in de Rotterdamse Schouwburg. Voor zover ik kan overzien was het de eerste keer in vier jaar dat het legendarische New Yorkse gezelschap met een nieuwe show in Nederland te zien was, na Life & Times – Episode 1, 2, 3, 4 in september 2012 in hetzelfde theater, tijdens het betreurde Festival De Keuze.

Het is wel een heel ander Nature Theater of Oklahoma dan toen. De vaste groep spelers met wie het echtpaar en makersduo Pavol Liska en Kelly Copper de legende vormgaven, viel al in 2014 uit elkaar. Zij verwierven wereldfaam met epische, urenlange voorstellingen als No Dice en Life & Times, gebaseerd op alledaagse telefoongesprekken. Maar het succes werd ook een probleem. Het eindeloze reizen over de aardbol gaf veel stress, en zat het maken van nieuw werk danig in de weg.

Sinds drie jaar bestaat het Nature Theater of Oklahoma alleen nog uit Liska en Copper. ‘Wij wilden terug naar onze beginjaren’, zei Pavol donderdag in Rotterdam. ‘Naar het no dice-model: no money.’ Hun huidige werk borduurt wel voort op wat vooraf ging. De finale van de epische periode, Life & Times – Episodes 7-8-9, bestaat uit drie films – de eerste is geschoten in nostalgisch Casablanca-zwartwit, de tweede in kleur, en de derde is een korte gangstarap. Episode 4-5 was een animatiefilm. Episode 5 was een boek, met de hand gekalligrafeerd en geïllustreerd als een middeleeuwse bijbel.

‘Wij hebben altijd al alle mogelijke media gebruikt’, zegt Pavol. Net als dat the making of een voorstelling eigenlijk altijd al onderdeel is geweest van de live performance, ongeacht of het publiek die nu wel of niet te zien kreeg. Vooral dat laatste aspect neemt in hun nieuwe werk een spectaculaire vlucht. Liska en Copper maken tegenwoordig drama met ‘niet-acteurs’: leden van lokale gemeenschappen die niet alleen een rol krijgen, maar het ‘stuk’ ook mede ‘schrijven’. Dat proces resulteert in een film, zodat de protagonisten zichzelf in actie kunnen zien. Dubbele pret.

Zo ontstond Die Nibelungen, een stomme film, gemaakt met de mensen van het Odenwald: een mooie, bosrijke streek tussen Frankfurt en Mannheim, die geldt als de plaats van handeling van de Nibelungen-sage. Zij speelden alle rollen, zij maakten de kostuums, zij bedachten oplossingen voor allerlei praktische en artistieke problemen – als er water en vuur moest komen, zorgde de lokale brandweer daarvoor. Voor Liska en Copper was het een openbaring om zo te werken. ‘Vier weken lang fietsten we rond door die prachtige bossen. We logeerden in een klooster, waar we iedere ochtend ontbeten met de monniken.’

Partner in dit project was het festival Matchbox Rhein-Neckar. De film ging op 9 september 2016 in première in het Nationaltheater in Mannheim. Een tweede, op vergelijkbare wijze gemaakte film, Germany 2071, gaat op 25 juni aanstaande in première in de studio van omroep WDR in Keulen. Tegelijk met deze projecten ontstond Pursuit of Happiness. Dat lijkt anders: een live show op een toneel, voor publiek in een zaal.

Toch zijn er vooral overeenkomsten, vinden Liska en Copper. ‘Ons project, ons hoofddoel, is altijd het publiek. Zij moeten een ervaring ondergaan. Wat je ziet gebeuren op het podium of beeldscherm, dat zijn slechts de trucjes die wij hebben geleerd op de toneelschool.’ ‘Trucjes’ mag een eufemisme heten voor de vaak adembenemende techniek die de professionals in Nature-voorstellingen ten toon spreiden.

In Pursuit of Happiness zijn dat de leden van EnKnapGroup, een gerenommeerd gezelschap dansers van allerlei nationaliteiten, met als hoofdkwartier het cultureel centrum Španski Borci in de Sloveense hoofdstad Ljubljana. Zij wilden al sinds 2011 samenwerken met Liska en Copper, en het uiteindelijke resultaat is een voorstelling waarin de EnKnap-dansers voor het eerst vooral spreken, en voor hun doen maar een beetje dansen.

De titel refereert aan een beroemde passage uit de Amerikaanse Onafhankelijkheidsverklaring, een opsomming van de drie ‘onvervreemdbare’ grondrechten die ieder mens bij zijn geboorte meekrijgt van zijn Schepper: ‘Life, Liberty and the pursuit of Happiness.’ Hoe de zes personages hun geluk najagen, vertellen zij aan het begin. Zij hebben gebroken met hun familie (Luke), zijn gescheiden van hun ‘everlasting love’ (Lada), of hebben te stellen met emotionele chantage door ‘the man I’m obliged to call father’ (Ana).

Tussendoor beschieten zij elkaar af en toe met hun wapens of gaan met elkaar op de vuist, zoals dat normaal is geworden in de saloon van de moderne Amerikaanse jacht op geluk. Na deze zes introducties neemt de barman met zijn groteske Mexicaanse sombrero het woord, om het niet meer af te staan. De rest van de show vertelt hij in geuren en kleuren over de even moderne ontsnapping van de zes uit hun uitzichtloze bestaan: zij gaan naar Bagdad.

Daar reizen zij rond als performers in de Red Bull Mobile, een glanzend promotievehikel waarmee de Oostenrijkse fabrikant zijn gelijknamige energiedrankje in Irak aan de man brengt. Ontelbare blikjes Red Bull lijken het enige voedsel dat de soldaten aan beide kanten tot zich nemen. De truck is dan ook de enige manier om veilig door de oorlogshel van Irak te trekken.

Het zou zonde zijn om te verklappen hoe deze bizarre, pijnlijke, hilarische, bijna twee uur durende horrorkomedie afloopt. Onderweg genereert Pursuit of Happiness een orgie aan beelden, herinneringen en emoties in hart en hoofd van de toeschouwer.

Het bordkartonnen decor, de cowboy-outfits en het voortdurend losbarstende geweld zijn een niet eens zo heel erge karikatuur van Tea Party en Trump. Van de American Dream die miljoenen Amerikanen met immer grotere woede en verbetenheid blijven najagen naarmate hij verder uit zicht raakt.

Absurde tv-beelden schieten door je kop. Trump die pluimstrijkers ontvangt in de lobby van zijn Tower. Trump die trots zijn ingelijste decreten omhoog houdt in het Witte Huis. De films van Quentin Tarantino. De pastiches van Jon Stewart en Steven Colbert.

Maar ook Eugene O’Neill, Arthur Miller en Anton Tsjechov echoën in de wonderschone tekst, als altijd geschreven door Liska en Copper. Vermengd met de clichés uit het alledaagse Amerikaans van de straat, de telefoon en de sitcoms. ‘I don’t know who I am, / Not anymore, or what I’m living for’, verzucht Lada. ‘Wow, have you considered medication?’, reageert Ana.

Al deze ingrediënten zitten in Pursuit of Happiness, en daar roeren Pavol en Kelly dan nog een extra dimensie aan. De ‘karakters’ hebben dezelfde voornamen als de dansers van EnKnap. Hoe fictief zijn die performers eigenlijk, die hun mislukte levens ontvluchten in de oorlog tegen Irak?

De reis naar Bagdad moet resulteren in een film, vertelt barman Bence (Bence Mezei, een van de Hongaren in EnKnap). ‘Mijn karakter is de artistieke directeur en choreograaf van de EnKnapGroup.’ Of is het Liska? Barman Bence draagt net zo’n flamboyante snor als hij.

De EnKnap-dansers declameren de tekst luid en haarscherp gearticuleerd, zoals we ons dat herinneren uit No Dice en Life & Times, alleen dit keer zonder de nadrukkelijke uhhh’s en ummm’s. Met een vette, bijna perfecte southern drawl. Bijna perfect, want dooraderd met hun eigen Sloveense, Belgische of Hongaarse accent. Dat verhoogt de spanning verder: wij luisteren hier ook naar een Europees verhaal.

Dictie en presentatie zijn indrukwekkend voor performers die vóór Pursuit of Happiness zo weinig ervaring hadden met gesproken tekst. ‘Het was heel fijn om met hen te werken’, aldus Liska en Copper. ‘Dansers zijn zeer gedisciplineerd, en ze weten precies wat ze uit hun lichaam kunnen halen.’ Het was geen toeval dat Pursuit of Happiness in Rotterdam stond, en dat de twee makers erbij waren.

No Dice, de bron waar naartoe zij zijn teruggekeerd, stond in september 2007 in de Rotterdamse Schouwburg. ‘Dat was onze eerste voorstelling in Europa.’ Het begin was niet gemakkelijk.

Tijdens de eerste speelavond in Rotterdam liepen er zoveel toeschouwers voortijdig weg, dat Annemie Vanackere, destijds artistiek leider van De Keuze, bij de zaaluitgang ging staan in een poging hen tot andere gedachten te brengen.

De andere speelbeurten verliepen veel beter. Dat was het begin van de wereldwijde zegetocht van het Nature Theater of Oklahoma die nu, in een andere vorm, ongetwijfeld een vervolg gaat krijgen.