Het is een wat vreemde eend in de bijt in het verder wat meer traditionele programma van het Amsterdam Storytelling Festival: poppentheater over een Middeleeuwse koning die zijn kroon verliest. Desalniettemin is Puppet King Richard II een slim gemaakte en fijn chaotische voorstelling over de wispelturigheid van macht.

Zoals de titel al doet vermoeden, is Puppet King Richard II een ingekorte bewerking voor het poppentheater van Shakespeares eerste koningsstuk. In 2017 debuteerde de voorstelling van het Britse gezelschap Pocket Epics op het Brighton Fringe Festival, in 2019 deed het het Edinburgh Fringe Festival aan en nu is deze slimme en energieke bewerking ook op het Amsterdam Storytelling Festival te zien.

De voorstelling straalt van begin tot eind een zekere huiselijkheid uit. De poppen zijn handgemaakt van verschillende huishoudobjecten: sommige lords zijn weinig meer dan een pollepel met een kleine pijperager erop geplakt, anderen hebben weer een handschoen als lichaam en een balletje wol als hoofd. Het doek dat de poppenkast afbakent hangt aan een ijzeren buis gemaakt van schoffels en kleine gaten in krukken en tafels houden de poppen omhoog wanneer ze niet aan het woord zijn. De vormgeving is erg charmant en duidelijk helder uitgedacht.

Gregory Gudgeon, gehuld in een paars joggingpak met een bonte kraag en een vilten kroon op zijn hoofd, steelt de show als poppenspeler en Richard II. Het spelplezier spat van zijn witgeschminkte gezicht af en geeft de vele personages die Richard II rijk is een wijd scala aan accenten om hen herkenbaar te houden. Het is de grootste drempel waar de voorstelling tegenaan loopt, aangezien de tekst niet verder gemoderniseerd is. Gudgeon en muzikant/assistent poppenspeler Lucas Augustine spelen het geheel in oud Engels, waardoor het plot niet altijd even goed te volgen is en het niet altijd even helder is wat de onderlinge relaties tussen de personages zijn.

Wat Puppet King Richard II tekent is de totale omarming van de knulligheid. De voorstelling bruist met een fijne, chaotische energie. Fouten die gemaakt worden, zoals het niet kunnen vinden van een specifieke pop, worden omarmd en brengen het duo nooit uit hun energie en focus. Wanneer de festivalfotograaf per abuis tegen de lichtknop van de studio aanleunt en de tl-buizen boven ons aanschieten, grijpen de acteurs die kans om er een grap in te sluizen (‘Oh dear, the end scene is supposed to be in total darkness.’) voor ze de boel weer feilloos oppikken.

Tegelijkertijd speelt de voorstelling ook op een intrigerende manier met een van de kernthema’s: machtsverhoudingen en hoe macht steeds verschuift. De poppen (knap gemaakt door Jitka Davídková) veranderen van formaat naar mate hun invloed op en macht over Engeland verandert. Zo torent Gudgeon zelf als Richard II in het begin boven zijn vazallen van handschoenformaat uit, maar wordt hij doorheen het stuk door steeds kleinere poppen gespeeld. Ook de verhouding tussen Augustine en Grudgeon verschuift gedurende het stuk. Waar Augustine aanvankelijk een meer onderdanige rol heeft en weinig meer doet dan de muziek en het licht in de poppenkast verzorgen, krijgt hij steeds meer rollen om te spelen, tot hij in de climax zelfs de rol van de nieuwe koning mag vertolken tegenover Grudgeons kroonloze Richard.

Hoewel het stuk soms tegen het flauwe aanschuurt, maakt de volledige omarming en het bewustzijn van de absurditeit en lulligheid van wat er gespeeld wordt een hoop goed. Puppet King Richard II is een grappige, charmante en bijzonder vermakelijke anderhalf uur chaotisch poppentheater over Middeleeuwse politiek, dat de zeer gemiste festivalsfeer prima weet te vangen.

Foto: Vincent van Kleef