In Shakespeares De storm worden de tovenaar Prospero en zijn dochter Miranda verbannen naar een eiland. Als een moderne Prospero leeft schrijver Nunzio Caponio op Sardinië, maar zijn dochter is niet in beeld. Gespeeld door Frieda Barnhard komt zij nu verhaal halen. Wat voelde hij tijdens de verwekking? Waarom ging hij weg? En kunnen ze ooit nog echt contact maken? In Prospero e Miranda moeten vaders het verleden onder ogen zien.

‘Dit is mijn vader’, kondigt Barnhard trots aan. Ze heeft net een papieren kopje koffie gegeven aan Caponio, die in het midden van een wirwar aan papier staat. De tekeningen en uitgescheurde pagina’s verwijzen naar een fantasiewereld van verhalen en theorieën waarin hij graag zijn toevlucht neemt, zo leren we later. Barnhard houdt één regel aan: er wordt niet gelogen. En Caponio mag niet uit zijn cirkel in het midden lopen. De dochter houdt hem scherp gefocust, en vraagt naar de avond van haar verwekking.

Die avond blijkt niet bepaald romantisch te zijn geweest. Er werd wat gedronken, de seks volgde, maar een groot liefdesverhaal was het niet. Een berichtje op een pager kondigde Caponio’s aanstaande vaderschap aan. Uiteindelijk zou hij vertrekken. ‘Moeder-issues’, noemde zijn ex-vrouw het. Het onderhouden van de band met de moeder, dat is de eerste van twaalf Herculische taken die een man moet volbrengen, oreert Caponio.

Als zijn dochter hem vraagt over de liefde, maakt hij een sprong naar Dantes Goddelijke komedie. Graaf Prospero verbindt hij aan het graafschap over het eigen lichaam. Die graafschap ontbreekt bij de common men, die werken zonder gelukkig te zijn. Na zijn vertrek heeft hij zich teruggetrokken in de literatuur en grote theorieën over het leven.

Het is een intrigerend kat-en-muisspel dat Barnhard en Caponio met elkaar spelen. Tegenover de idealist staat een vrouw die hem – letterlijk en figuurlijk – terug op zijn plek zet wanneer hij afdwaalt of wegvlucht. Als het hem te heet onder de voeten wordt, vraagt de dochter door en eist de antwoorden op waar ze recht op heeft. Mooi acteerwerk van Barnhard, die koelbloedig probeert om achter het masker van Caponio te kijken, soms in verwondering om zijn verhalen, soms ontstekend in woede over de uitvlucht die hij met die verhalen maakt. Er wordt een mengeling aan Nederlands, Italiaans en Engels gesproken, soms zelfs binnen de zinnen. De Toren van Babel die hier ontstaat gaat echter dieper dan taal. We zien twee personage die elkaar willen begrijpen, maar uit twee verschillende werelden komen.

In de laatste akte worden we met de neus op de feiten gedrukt. Natuurlijk is Barnhard niet echt Caponio’s dochter, maar een actrice die haar speelt. Wat zij zegt is bovendien door hem zelf geschreven. De reden die hij hiervoor heeft, die ik hier niet zal spoilen, maakt de voorstelling extra wrang. Verhalen vertellen we om de werkelijkheid wat draaglijker te maken, en dat is in Prospero e Miranda evengoed het geval.

Marijn Graven toont hier opnieuw hoe inventief ze omgaat met repertoire. In haar regie wordt een verhaal van een gestrande tovenaar een verantwoording van een afwezige vader. Mannen die verantwoordelijkheid moeten nemen voor hun verleden: het gebeurt nog steeds zelden, maar hier wel.

Foto: Maartje Prins