‘Er is iets met je gebeurd, er is iets in je gebroken’: dit zijn rake zinnen uit de voorstelling Proces door het Poolse gezelschap Nowy Teatr op het Holland Festival in de regie van Krystian Lupa.

Josef K., bankemployé en hoofdpersoon uit de roman Het proces (Der Prozess, 1925) van Franz Kafka, overkomt een mysterieuze strafvervolging, die hem innerlijk verwoest. Hij heeft niemand die hem verdedigt. In zijn paranoia gaat hij zelfs zover dat hij verzucht ‘als ik niemand heb om me te verdedigen, dan moet ik wel schuldig zijn’. Hij zal er nooit achterkomen wie hem heeft belasterd.

De voorstelling in Muziekgebouw aan ’t IJ duurt vijf uur, speelt zich af in een monumentaal grauw decor, geheel naar de sfeer van Kafka’s beklemmende roman. Als op twee derde van de voorstelling een rij aangeklaagden op de voorgrond staat, van wie de monden met zwarte tape zijn dichtgeplakt, dan is dat een persoonlijke verwijzing van de regie naar de situatie in zijn thuisland: in september 2016 deden de acteurs van het Teatr Polski in de stad Wroclaw hetzelfde, uit protest tegen ontslag van hun vooruitstrevende theaterdirecteur Krzystof Mieszkowski. Ze toonden een schriftelijke boodschap aan het publiek: ‘Onze stem is ons afgenomen. U kunt spreken’. De huidige rechtsconservatieve regering in Polen stuurt aan op inmenging in de artistieke vrijheid van onder meer theatergezelschappen. Regisseur Krystian Lupa, die in hetzelfde huis werkte aan de voorstelling Proces, weigerde daar de première uit te brengen en vertrok met zijn acteurs naar het Nowy Teatr (Nieuwe Theater) in Warschau, waar de voorstelling in 2017 in première ging, als aanklacht tegen het conservatieve regime. Theaterkunst als antwoord op politieke misstanden.

Voor Lupa en zijn ensemble werd Kafka’s absurde wereld de echte wereld. Ook zij vochten tegen duistere aantijgingen, een ondoorgrondelijk rechtssysteem, krankzinnige schuldigverklaringen waartegen geen verweer mogelijk is. Tegen het slot van Proces zoekt Josef K. bij een advocaat hulp om zijn veroordeling te voorkomen. Lupa maakt er een onheilspellende sleutelscène van: de advocaat ligt ziek in bed. Met behulp van projecties torent zijn bureau met stapels papieren hoog boven hem uit, een schitterend beeld. Hij gaat in op het feilen van het juridisch systeem en legt uit, met de hand op het wetboek, dat de wet ‘helemaal geen verdediging toestaat’. Kijk maar naar advocaten, die hebben een bedompt hol als wachtkamer. Er bestaat helemaal niet zoiets als onschuldpresumptie, het grondbeginsel van het strafrecht dat bepaalt dat iedereen onschuldig is, tenzij het tegendeel wordt bewezen. De advocaat vertolkt zijn rol met een steeds demonischer acteergeweld, lange haren om zijn hoofd. Zijn werkkamer is een sinister oord, waarin Josef K. een nietig personage is.

Lupa rekt scènes eindeloos uit. Zeker in het eerste deel verlopen handeling en dictie uiterst traag, alsof de grauwe monotonie van het decor ook de acteurs in de greep heeft. Josef K. daalt af in een onderwereld, waarin rechters in plaats van wetboeken pornografische boekjes op hun bureau hebben liggen. K’s helletocht krijgt geleidelijk surrealistische dimensies. De rechtszaal waar K. zich mag verdedigen is een onderaardse kelder waarin het publiek zoveel lawaai maakt, dat de rechter keer op met de hamer op het bureaublad moet slaan. Elke verdediging van K. stuit op nóg meer beschuldigingen.

De hoofdrolspeler heeft een lijdzame uitstraling, zoals hij daar over de bühne loopt, in het zwart gekleed. Niet alleen in het juridische systeem, ook in seksueel opzicht is hij een slachtoffer. Hij raakt verzeild bij hoeren en de overspelige vrouw van de zaalwachter, die hunkert naar eerlijke liefde van K. Zij bedrijft de liefde met een seksverslaafde student en de hogergeplaatste van haar man, anders raakt hij haar baan kwijt. K. raakt op drift in deze maalstroom van tergende gebeurtenissen.

In het middendeel van Proces laat Lupa het boek min of meer los en verschuift hij het accent naar Kafka’s biografie. K. heet dan ook niet langer Josef K. maar Franz K. Op enkele armzalige bedden liggen behalve K. zelf, half naakt, zijn verloofde Felice Bauer, haar vriendin Grete Bloch en zijn vriend Max Brod. Dit autobiografische element is op zich interessant: Bauer deed Kafka in een hotelfoyer een soort proces aan, een beschuldiging, dat hij haar wel een monument aan liefdesbrieven deed toekomen maar dat hij niet met haar wilde trouwen. In dagboekaantekeningen en brieven noemt Kafka dit ‘Gerichthof im Hotel’. Deze scène ontaardt in een kwellend erotisch droomtafereel, waarin Felice en Grete half ontkleed K. verleiden. In deze scène komen K.’s seksuele angsten onverholen tot uiting. Hij krijgt enige steun van zijn tante (in het boek is dat een oom) die hem probeert te redden van zijn ondergang. Tijdens een autorit voeren ze een gesprek waarin zij hem telkens op verlossende mogelijkheden wijst, maar K. wijst alles af. Hij is door zijn beschuldiging murw geslagen.

De regie speelt met de traditionele wetten van het theater. Regelmatig doorbreekt Lupa de vierde wand en het Amsterdamse publiek wordt rechtstreeks aangesproken. Tegen het slot, als het doodsoordeel over K. is voltrokken, zegt een van de actrices met kalme stem: ‘U weet wat er gaat gebeuren’. Proces is een hallucinerende ervaring waarin filmische scènes tegen de achterwand zijn gemonteerd. Zo bevredigt K. zichzelf in het bed van zijn buurvrouw, die hij in stilte aanbidt. Er zijn tal van toneelbewerkingen van Het proces gemaakt, zelfs een operaversie en een verfilming door Orson Welles, The Trial (1962), maar nooit kregen geheime seksuele fantasieën een zo grote rol als in deze voorstelling. Lupa heeft daar een verklaring voor: een autoritair regime, zoals het huidige Polen steeds meer is, verzamelt seksuele voorkeuren van haar burgers om hen daarmee angst aan te jagen.

Angst is het sleutelwoord van Proces. De spelers van Nowy Teatr tonen ons de wrede wereld van valse juridische beschuldigingen op uitputtende, nietsontziende manier. Maar er zijn wel enkele kanttekeningen te plaatsen: soms wil je als toeschouwer dat Josef K. meer in opstand komt, zijn gewilligheid haalt het drama weg. Van begin af aan speelt hij als gedoemd slachtoffer. En tal van scènes zijn té uitgesponnen en missen daardoor de kern. Het boek is een compacte aanklacht, en dat is meesterlijk. De toneelversie Proces is een langdurige, infernale tocht door de onderwereld, met gelukkig tal van schitterende, huiveringwekkende toneelmomenten.

Foto: Natalia Kabanow