Na vier tussenjaren is Sara Kroos weer terug in het theater met een gloednieuwe voorstelling. Over het waarom van die vier jaar radiostilte schreef ze een even onthutsend als openhartig boek en gaf ze enkele interviews. Maar Prikkelarme kermis gaat niet over nare dingen, aldus Kroos.

Nee, we krijgen een avond onvervalst entertainment met maar één schrikmomentje waarop ze ons grondig voorbereidt. Er zijn twee triggerwarnings: cavia’s en seksueel misbruik, en slechts een kleine 6,5 minuut zal het over iets akeligs gaan. Dat is nog geen drie procent van de hele avond, dus daar hoeven we niet over wakker te liggen.

Ze maakt haar belofte meer dan waar en trakteert ons op een avond vol goede grappen, mooie observaties, lichtheid en optimisme. Maar we krijgen meer dan dat. Want het donkere verhaal dat al die vrolijke anekdotes tegenkleur geeft, die onvermijdelijke 6,5 minuut, maken dat alle lijnen die zijn uitgezet groots en indrukwekkend samenvallen.

Wie verwacht naar een onzeker, angstig vogeltje met premièrestress te gaan kijken, komt bedrogen uit. Kroos staat ontspannen en met aanstekelijk plezier op het podium. Of ze zit, in een zachte stoel, geheel opgetrokken uit pluchen knuffels, waarboven een grote kermisgrijparm hangt.

‘Ik was altijd al bang, maar ik liet het nooit merken’, meldt ze. Of ze nu wel of niet bang is, ze laat het er allemaal uitzien alsof het haar totaal geen moeite kost. Ze vertelt even vrolijk over haar medicatie en psychiater als over het leven op haar boerderijtje, met haar vrouw, vier kippen en Shetlandpony’s . Over hoe ze zichzelf terugvindt in haar eigen weiland met een doos met zestig schnitzels, omdat ze nu eenmaal geen nee kan zeggen en zelfs het kaasmannetje dat iedere week langskomt niet teleur durft te stellen.

De ayahuasca-rituelen waar haar vrienden haar nu en dan voor uitnodigen, heeft zij niet nodig om de controle totaal te verliezen. Met zelfspot vertelt ze hoe de politie haar regelmatig thuisbrengt wanneer ze per ongeluk weer eens iets heeft gedaan dat ze niet van plan was en zichzelf half ontkleed in een hertenkamp of fietsend op de snelweg terugvindt.

Ze vertelt smakelijke verhalen, bijvoorbeeld over haar Gen Z-dochter die haar 21ste verjaardag viert, een hilarische beschrijving van een half stikkende oude dame in de kerk met Kerst en een hoogst ongemakkelijke ontmoeting in een dierenwinkel (‘voor wie het nog niet gemerkt had, de 6,5 minuut zijn inmiddels ingegaan maar ook al bijna weer voorbij’).

Die verhalen worden afgewisseld met mooie, warme liedjes: een liefdeslied voor haar vrouw, een ontroerend lied voor haar dochter die het huis uit gaat, een hoopvol lied over dat er nog genoeg moois is in de wereld en dat het Kroos weer lukt om dat allemaal te zien. Haar twee fijne muzikanten, Rutger Hoorn en Nathaniël van Veenen, zitten de hele voorstelling samen met haar op het podium en geven haar solide, muzikale rugdekking.

‘Ik neem wat van mij was weer terug’, zingt ze staand achter de microfoon, een kwartier voor het einde van de voorstelling. Een krachtig lied, gezongen door een vrouw die ongebroken en sterk oogt. Sara Kroos is weer op de plek waar ze hoort en op haar best is: haar cabaretpodium.

Beeld: Rogier Veldman