Javaanse dans en hiphop naast elkaar zetten is een geweldig idee. Het type hiphop dat in Poppin’ Java van Don’t Hit Mama wordt ingezet is van het strakke, precieze soort. Staccato bewegingen en zeer exact in de ruimte geplaatste handen en voeten. Dit zogenaamde poppen vertoont opvallende overeenkomsten met de Javaanse hofdans, die de andere hoofdcomponent van de voorstelling vormt.

Ook die wordt gekenmerkt door precieze handen, alhoewel die met veel sierlijkere beweging in de ruimte worden geplaatst. De Javaanse stijl is minder abrupt dan de hiphop, maar bij allebei draait het om het tot stand brengen van een serie interessante plaatjes, bijvoorbeeld door de armen haaks op het lichaam te plaatsen, en de handen dan weer haaks op de armen.

Het naast elkaar plaatsen van de verschillende manieren waarop in beide stijlen de weg tussen die plaatjes wordt afgelegd, is wat de voorstelling interessant maakt. De twee Javaanse dansers Sonja Bloem en Nita Liem en de twee hiphoppers Herrold Anakotta en Rajiv Bhagwanbali doen dit dat ook met verve. De manier waarop Anakotta zich over een serie kisten beweegt is hypnotiserend, terwijl Bloems ingetogen precisie ontroert.

Maar wat jammer dat die geweldige ontmoeting van stijlen steeds onderbroken moet worden voor een stukje toneel. De basis van de voorstelling is naar verluidt een klassieke Indiase vertelling – de Mahabharata – die verhaalt van een fysieke strijd tussen twee halfbroers, verbeeld door Anakotta en Bhagwanbali. Dit gaat zo nu en dan onder begeleiding van tekst, die om onduidelijke reden eerst in het Engels en dan in het Nederlands is. Er worden sippe gezichten getrokken en invoelende gebaren gemaakt. Met dans heeft het allemaal niets te maken. Ook de toegevoegde waarde van bolhoedjes en Star Wars-zwaarden is niet duidelijk.

De vergissing om toneelstukjes in de voorstelling te stoppen valt niet alleen de makers te verwijten. Veel dans is verhalend, zie de klassieke balletten. Ook daarbij leiden dramatische gebaren soms af van de dans. Bovendien wordt in het maken van een dansvoorstelling soms een inspiratiebron verward met het onderwerp van de voorstelling. Een thema als ‘strijd’ kan de makers houvast bieden bij het maken van een choreografie, maar dat is nog geen reden om het publiek koste wat kost te blijven opzadelen met een verhaal dat via de dans niet uit de verf komt.

Goede bewegingen vertellen hun eigen verhaal. Het schaduwspel van handen, het bewegen met stokjes op de achtergrond van een hiphopduet: het zijn allemaal buitengewoon boeiende beelden. Een hiphopper naast een Javaanse danser is al een culturele ontmoeting, en een hele interessante bovendien. Daar hoeft geen sausje van eeuwenoude strijders overheen.

Foto: Jean van Lingen