Het programma van SPRING Performing Arts Festival kent jaarlijks enkele installaties. Dries Verhoeven bouwde er zijn oeuvre op, maar zijn nieuwe werk laat nog even op zich wachten. Minder provocerend, maar niet minder waardevol is het installatiewerk van de Belg Lawrence Malstaf. Polygon hangt midden in het gerestylede Hoog Catherijne. Tussen het drukke studentenpubliek op de Neude kijkt kunstenaar Jeroen van Loon ondertussen het ambacht af van Tibetaanse monniken om te reflecteren op een vluchtige digitale wereld.

Uit de bouwput van Utrecht ontspruit langzaam een ‘nieuwe stadshart’ met een imponerend winkelcentrum. Fancy hoor, Utrecht neemt het op tegen sterke architecturale steden als Rotterdam. En! Onder Hoog Catharijne vloeit het water weer van een gracht die in de jaren zestig werd gedempt. Meer steden komen terug op dat besluit, blijkbaar is er genoeg budget om domme keuzes recht te zetten. Maar niet alleen onder het winkelcentrum vloeit dat water, binnen in het centrum wordt de gedachte doorgezet in horizontale watervallen, die ons mogen helpen met het onthaastingsproces.

Boven de artificiële waterval bouwt Lawrence Malstaf zijn installatie Polygon. Misschien kent u hem nog van zijn baanbrekende Shrink, een performance waarin hij zichzelf en later ook anderen vacuüm zoog en plein public. Een werk dat ik niet snel zal vergeten; prachtig beeld, spannende happening. De installaties van Lawrence Malstaf zoeken de dialoog op tussen kunst en technologie, meestal hebben ze een theatraal karakter. Zo ook Polygon, een ‘veelhoekige’ installatie van buizen die aan dunne draden hangen. Zo ontstaat een uitvergroot marionettentheater boven de waterval.

Of deze plek de meest spannende locatie is voor dit kunstwerk, daar twijfel ik aan, in de grootse artificiële wereld van het winkelcentrum valt Polygon ook een beetje weg. Sterker werkt het bewegende object als het donker wordt en de witte buizen worden opgelicht door de bouwlampen rondom de installatie. Ondanks zijn machinale werking oogt het kunstwerk kwetsbaar, een beetje houtje touwtje ook. Is het stil bewegende Polygon dan toch een mooi contrast met de perfect gestileerde winkelstraat, waarin de imperfectie en menselijkheid ver te zoeken is?

Mens versus machine is het thema van deze editie van Spring Performing Arts Festival, tegenwicht biedt ook het project Ephemeral Data, waarin kunstenaars een mandala van zand creëren in een lege ruimte op de Neude. Uitgangspunt is een plattegrond van het glasvezelnetwerk van Utrecht. Glasvezel geleidt de beelden en informatie die wij dagelijks opslurpen. Hoe sneller ze arriveren, hoe beter. Zand is de grondstof voor dat glasvezel. Met originele dunne koperen pijpjes wordt het geduldig over kleine delen hardboard verspreid, die over een paar dagen de hele plattegrond moeten tonen.

Het werk van Jeroen van Loon bevraagt net als dat van Malstaf consequent de technologie. Nog niet zo lang geleden liet hij zijn eigen DNA veilen. Een actie waarvan de impact nog niet te overzien is. De mandala die Van Loon heeft uitgedacht kent drie kleuren. Het is zaak het zand op de juiste plek en egaal te spreiden. Dat klusje vraagt om engelengeduld en het is dan ook boeiend om de jonge kunstenaars gade te slaan. Dit beeld alleen al heeft een meditatief effect. Wie hanteert welke techniek? Hoe nauwkeurig worden de lijntjes uitgevoerd? Over concentratie, toewijding en onthaasting gesproken, met Emphemeral Data geeft Jeroen van Loon tegengas aan de digitale uitholling.

Foto: Polygon – Lawrence Malstaf