Het cross-disciplinaire dansfilmproject Point Taken is een vast onderdeel van het dansfilmfestival Cinedans. Voor de vijfde maal op rij creëerden Nederlandse filmmakers en choreografen gezamenlijk korte films. Vorig jaar was de kwaliteit van de vier films bijzonder hoog, wordt dat niveau dit jaar geëvenaard? In elk geval is Point Taken een succesformule en blijven de enthousiaste fondsen het project voorlopig ondersteunen. Dat is goed nieuws!

Dit jaar presenteerde Cinedans slechts twee van de vier films en in die zin moeten we nog even wachten op de definitieve resultaten van Point Taken 5. Dancin’ the camera van Marije Nie en Pieter-Rim de Kroon en She/Her van Sonja Wyss en Cecilia Moisio gingen in een later stadium in productie en komen verderop in het jaar uit. De films van Point Taken hebben elk een productiebudget van circa 90.000 euro en worden ondersteund door het Mediafonds en het Fonds Podiumkunsten, de NTR is vaste partner. Goed, twee films van twee generatiegenoten – choreografen Feri de Geus en Klaus Jürgens – gingen afgelopen zaterdag dus in première tijdens Cinedans.

Platform 13 van Jürgens en filmmaker Camiel Zwart laat een lichtelijk verwarde Japanse conducteur zien die zichzelf verliest in een wereld die hij niet kan controleren. De film vangt aan met een close-up van de conducteur en een mensenmassa gefilmd in een abstracte witte ruimte vanuit verschillende perspectieven. De muziekcompositie van Platform 13 is een gelaagde soundscape van Alex Booy, die locatie en handelingen duidt, nergens het drama benadrukt en de dans de ruimte geeft. Al rap komt de typische Hans Hof-stijl om de hoek kijken: komische theatrale shots passeren de revue en onhandige situaties creëren geweldig bewegingsmateriaal, bijvoorbeeld wanneer de conducteur met kronkelende bewegingen opgeslorpt wordt door de watergolf van een affiche.

In dat geestige spel wordt ook de kijker in het ootje genomen; niet omdat de opnames met de zwaartekracht spelen – die filmtruc hebben we snel genoeg door – maar omdat het affiche 3D blijkt! Via de kolkende watergolf belandt de conducteur tenslotte op een verlaten ‘westers’ station, waar zich weer nieuwe tafelen afspelen met een levensgrote bank, een mensenmassa en een dame met teveel koffers. In het tweede deel boet Platform 13 enigszins aan zeggingskracht in, anekdotiek sluipt de film binnen en de verrassende filmische ingrepen van het eerste deel blijven achterwege. Een film tot een spannend einde brengen, is blijkbaar ook een kunst. Op het gehavende station uit het tweede deel na zijn alle beelden van Platform 13 overigens gefilmd in het station van Rotterdam.

Son du serpent, van filmmaker Tami Ravid en Feri de Geus is opgenomen in Benin en vertelt het verhaal van een moderne Afrikaanse man die zijn vrouw is verloren. Verstrikt in visnetten zien wij haar op een strand liggen bij aanvang van de film. Een dwingend beeld, dat ons onmiddellijk op de feiten drukt. Spannend is het spel dat zich afspeelt tussen de man en de voodoogemeenschap, een groep dansers met wit geschminkte gezichten (Compagnie Walô) die we op het strand zien dansen, maar de man ook escorteren op hun motors tijdens een rit door de drukke stad. Vooral dit prachtige beeld spreekt boekdelen en onthult het onderliggende thema van de film: de spanning tussen traditie en moderniteit.

De muziek van Son du serpent is een mengeling van Afrikaanse muziek, zang (gemaakt door de dansers/spelers) en ‘westerse’ pianomuziek. Die pianomuziek zet de toon in het tweede deel van de film waarin De Geus en Tami alle tijd nemen om de herinneringen van de man aan de vrouw vorm te geven. Melancholie neemt de overhand. Het duo heeft nog een laatste afscheidsdans, een duet dat vooral westerse dansbewegingen kent. Alsof de ultieme westerse droom toch nog bewaarheid wordt.

Foto: Still uit Son du serpent