Pippi Powerrrrr is een energieke en aanstekelijke montagevoorstelling vol achtplussers-empowerment. De vijf spelers gieten hun persoonlijke ervaringen met (het overwinnen van) angst en onzekerheid in stoer (want op momenten ook kwetsbaar) in your face-theater. Dat de over elkaar buitelende moralen daarbij soms wel erg expliciet worden, neem je dan wel voor lief.

Hoe kun je trouw zijn aan jezelf? Dat is de vraag waar vanuit de vijf performers (Kiki van Aubel, Nina-Elisa Euson, Tessa de Lange, Caroline Mgata en Eva van der Post) samen met regisseur Inez Derksen, midden in de coronacrisis, zijn vertrokken. Om antwoord daarop te vinden gingen ze eerst op zoek naar rolmodellen. Astrid Lindgrens beroemde jeugdliteratuurpersonage Pippi Langkous werd het vertrekpunt: die doet tenslotte precies wat ze zelf wil.

Twee jaar na de geplande datum, ging de voorstelling dit weekend dan eindelijk in première. Mét de volle zaal waar de voorstelling recht op heeft én baat bij heeft. Met de kenmerkende horizontale rode Pippi-vlechten, nemen de vijf spelers bij aanvang de speelvloer over in een energieke stoomcursus Pippi Langkous – compleet met paard, aap en bakken humor. Het tempo ligt hoog en dat zal de hele performance min of meer zo blijven. Als de spelers een voor een hun pruiken afzetten, blijken ze nog tal van andere rolmodellen te hebben: van Billie Eilish (zij praat ‘eerlijk en met schijt’ over haar somberte en onzekerheid) tot Nikkie de Jager (een voorbeeld voor mensen die ‘buiten normale lijntjes kleuren’), Tim Hofman, Harry Style, Stromae, Malala Yousafzai, Greta Thunberg.

Heel empowering, al deze rolmodellen, maar: ook confronterend. Het is in de praktijk namelijk niet altijd zo makkelijk om zo trouw aan jezelf te blijven. Zeker niet als die praktijk betekent dat je steeds terechtgewezen wordt door volwassenen die je in het gareel willen houden (Pippi had niemand om op haar te letten, ook wel makkelijk om dan lekker een toonbeeld voor de vrijgevochten jeugd te worden) of voortdurend wordt geconfronteerd met alledaags racisme (‘slik het weg, adem in’) en het feit dat je ‘anders’ bent dan je omgeving (treffend vertolkt in een meezinger: per definitie een uitstekende metafoor voor de belachelijkheid van kuddegedrag en uniformiteit). En dan zijn er nog al die regeltjes, normen, etiquette en verwachtingen waar je je de hele dag door toe moet verhouden.

En passant komen er flink wat precaire actuele thema’s voorbij waar de jeugd van nu zich mee bezighoudt: klimaatcrisis, racisme, genderongelijkheid. De makers hebben de thematiek breed aangevlogen en walsen soms over onderwerpen heen, waardoor de voorstelling af en toe uit koers raakt. Over de gehele linie laat Derksen weinig te raden of zelf in te vullen aan haar publiek: de teksten zijn vaak expliciet, en de regie onderstreept dat dan eens te meer. Binnen de vooral energieke, frontale speelstijl weten de performers de spanningsboog bovendien niet altijd gespannen te houden.

Gelukkig vindt de voorstelling door de persoonlijke insteek – de spelers putten genereus uit eigen ervaringen – in alle vrolijke chaos ook af en toe mooie momenten van verstilling, dan mag het ook even pijn doen. Dat zijn welkome en waardevolle momenten van afwisseling, die je als toeschouwer in het beste geval ineens overvallen.

Uiteindelijk worden alle kinderen (én volwassenen) betrokken in een collectieve daad van zelfredzaamheid. Dat die misschien niet altijd even houdbaar is in de praktijk? ‘Boeien.’

Foto: Rufus Hegeman