De Ploeg heeft zich al vaak laten inspireren door de wereld van de film. Eerder maakte de groep bewerkingen van Festen (2002), The Godfather (2005) en Ben Hur (2008). Het verschil met eerdere voorstellingen is dat in Pilp Fuction niet zozeer één film de inspiratie levert voor het verhaal, maar het medium film zelf centraal staat.

De Ploeg, bestaande uit cabaretiers Peter Heerschop en Viggo Waas (NUHR) en acteurs Genio de Groot, Han Römer en Titus Tiel Groenestege, maakt al sinds 1988 op onregelmatige basis voorstellingen op het snijvlak van toneel en cabaret. Pilp Fuction, waarin de vaste cast versterkt wordt door Loes Luca, Ria Marks en Ilke Paddenburg, gaat over een familie die in een bioscoop woont. De bioscoop staat op de rand van het faillisement en er is nog een groot familiegeheim dat ontrafeld moet worden. Dit zou moeten leiden tot een bonte verzameling van komische scènes en speelse referenties aan verschillende filmklassiekers, maar dat komt helaas moeilijk van de grond.

Dat heeft meerdere oorzaken, waarvan de belangrijkste misschien nog wel is dat er weinig creatief met citaten uit beroemde films wordt omgegaan: er worden hier en daar wat scènetjes nagespeeld en filmpersonages opgevoerd (het konijn uit Alice in Wonderland, Tony Montana uit Scarface) maar hiermee worden de films zelden in een nieuw, verrassend licht gezet en tot goede grappen leidt het nauwelijks. Dat is sowieso een probleem in deze voorstelling, die bol staat van de woordspelingen die eerder flauw dan werkelijk grappig zijn, tot aan ‘Wat een stomme film!’ toe.

Ten slotte lijken de makers geprobeerd te hebben om een emotionele laag in de voorstelling aan te brengen met het lijntje van de dochter die op zoek moet naar haar moeder. Ilke Paddenburg heeft het zichtbaar moeilijk met deze rol van gepijnigde dochter. Haar spel is zeker niet slecht, maar het lijkt onmogelijk om echt wat van deze rol te maken. De rol is bloedserieus geschreven en dat is nogal misplaatst in deze verder komisch bedoelde voorstelling. Ook het einde van de voorstelling, wanneer plotseling alles weer goed komt, is nogal geforceerd.

Wel wordt er – met dank aan het ingenieuze decor –een interessant spel gespeeld met de illusie van de film en de grens tussen fictie en werkelijkheid. Het decor bestaat uit een groot filmdoek, waarop allerlei filmbeelden geprojecteerd worden. In het begin kijken we tegen de achterkant van het filmdoek aan en zien we hoe de familie letterlijk ‘achter het filmdoek’ woont. Maar in de loop van de voorstelling wordt de familie steeds verder de wereld van de film in getrokken, vooral als de dochter een oude zwart-wit-film in loopt op zoek naar haar moeder, een beroemde actrice uit de tijd van de stomme film. Dit speelse decor is wellicht mede te danken aan regisseur Jakop Ahlbom, die in zijn eigen werk ook vaak met magische decors, illusie en film experimenteert. Maar hoe prikkelend dit spel met film en werkelijkheid ook is, het kan helaas niet compenseren voor de matige kwaliteit van de voorstelling als geheel.

Foto: Joris van Bennekom