Een lege zaal. Op de grond een zwarte dansvloer, de muren verscholen achter net zo zwarte gordijnen. Een stem begint in het Engels de situatie te omschrijven. Vervolgens hemzelf. Een hand verschijnt achter het gordijn. Wanneer de man het licht in stapt, wordt de zaal gehuld in duisternis. De opening van Physics and Phantasma is misleidend eenvoudig voor deze ontregelende, scherpzinnige performance over de grenzen van kunst, de onontkoombare macht van taal en de ambivalentie van onze verbeelding.

Het voelt aanvankelijk wat simpel, de manieren waarop de Zweedse performancekunstenaar Iggy Lond Malmborg met de verwachtingen van het publiek speelt. Het licht doven wanneer hij eindelijk zichtbaar wordt, het publiek enkel vertellen wat hij in het donker op het podium uitspookt, angstig de zaal inkijken wanneer het licht weer aangaat en schrikken van de mensen: echt inventieve manieren om een theaterpubliek te ontregelen zijn het niet.

Physics and Phantasma is in het begin dan ook een redelijk onbevredigende ervaring. De ideeën worden eenvoudig uitgevoerd, maar gaan vervolgens niet ver genoeg om daadwerkelijk te toornen met de verwachtingen. Zo wordt in de angstige stilte al vrij snel duidelijk dat Malmborg reageert op de geluiden en bewegingen van individuele publieksleden, maar op het moment dat dat voor een interessante dynamiek begint te zorgen leidt Malmborg de volgende scène in.

De rest van de performance is een aaneenschakeling van fantasieën die de Zweedse theatermaker met ons deelt. Malmborg poogt op het dwangmatige af de stilte en leegte van de ruimte te vullen met een verhaal over een voorstellingsbezoek. Hij valt stil, begint opnieuw. Hij maakt een fout, begint opnieuw. Hij gaat een grens over, begint opnieuw. Het lijkt net als de opening een flauw trucje, versterkt door het feit dat hij aanvankelijk ons bezoek aan zijn voorstelling beschrijft. Het blijkt echter een slimme manier van Malmborg om de macht van taal te demonstreren. Hij bezoekt niet enkel zijn eigen stuk, maar ook voorstellingen met dezelfde premisse die anders verlopen, voorstellingen die maar niet kunnen beginnen, en verschillende wetenschappelijke lezingen.

In een van de lezingen vertelt Malmborg ons over de macht van taal en specifiek de wijze waarop fantasieën bijzonder gevaarlijk kunnen zijn. Wanneer iets aan jou beschreven wordt, kan het bijna niet anders dan dat je het voor je ziet. Een fantasie, zo vertelt een van de wetenschappers ons, waarin de aangesprokene een rol speelt, is in zekere zin een aantasting van je lichamelijke integriteit. Door zo’n fantasie te beschrijven, vormen de toehoorders letterlijk een beeld van jou dat deelneemt aan het beschreven scenario.

Een andere wetenschapper voegt hier aan toe dat het uitspreken van bepaalde fantasieën ook negatief bij kan dragen aan de samenleving. Net als andere vormen van ideeën kunnen fantasieën negatieve, schadelijke zaadjes planten in iemands brein, wat uiteindelijk tot gevaarlijke gevolgen kan leiden. Hier tegenover plaatst Malmborg, in een onmiskenbare imitatie van de cultuurfilosoof Slavoj Žižek, het idee dat we dergelijke negatieve impulsen en gevoelens juist in de vorm van fantasieën met elkaar moeten delen, zodat we deze kunnen onderzoeken en er op een gezonde manier mee om kunnen gaan.

Malmborg gaat op slimme wijze met deze concepten aan de haal. Het bier waarmee we in zijn fantasie keer op keer de zaal binnen zijn gekomen wordt aan ons uitgedeeld, waarmee Malmborg langzaam maar zeker de gefantaseerde voorstellingen werkelijkheid maakt. Vervolgens begint hij aan een schokkende, grove en extreem expliciete beschrijving van een seksuele fantasie die hij heeft. In deze fantasie is Malmborg een kind dat op gruwelijke en gewelddadige wijze verkracht en mishandeld wordt door een volwassen man. Het beeld is zo gedetailleerd en walgelijk dat we bijna een zucht van verluchting slaken wanneer de verkrachter in dit scenario Malmborg zelf blijkt te zijn.

Tegelijkertijd vraag je je af hoe grensoverschrijdend deze monoloog nu daadwerkelijk was. Er is niemand fysiek leed aangedaan, Malmborg deelt een fantasie waarin hijzelf beide rollen speelt en enkel zichzelf tot kinderverkrachter maakt, en niemand vond het dusdanig heftig of ongepast dat er ingegrepen werd. Het blijft in het midden of Malmborg nu kindermisbruikende zaadjes geplant heeft of ons handvaten gegeven heeft om onze eigen gewelddadige, grensoverschrijdende fantasieën te onderzoeken.

De luide knal tegen het einde, waar we bij de kaartcontrole al voor gewaarschuwd waren en zelfs oordoppen voor gekregen hebben, komt door haar fysieke aanwezigheid toch onverwachts. Nadat Malmborg ons ruim een uur lang terug heeft laten vallen op onze verbeelding, voelt het zien van de explosie bijna banaal en zelfs ietwat pervers. Alsof we de oneindige potentie van onze fantasie weer moeten inruilen voor de limieten van de werkelijkheid. Maar met de laatste fantasie, waarin hij publieksleden aanwijst en hen geschiedenissen, onderlinge relaties en het plan voor de rest van de avond oplegt, herinnert Malmborg ons eraan dat het gebruik van onze verbeelding onvermijdelijk is. Een fantasie is niet inherent schadelijk, maar kan ons ook verbinden en de beperkingen van de realiteit even doen vergeten.

Foto: Renee Altrov