Een nieuwe titel en een verrassende ondertitel, dat zijn de opvallendste kenmerken van een nieuwe versie van het befaamde Russische muzieksprookje Peter en de wolf (1936) van Sergei Prokofjev. Nu heet de muzikale vertelling voor spreekstem en orkest Peter R. de Wolf met als ondertitel Een klassiek gevalletje van misdaadjournalistiek. Uitvoerenden zijn Ensemble Nederlands Kamerorkest met Stef Collignon als dirigent en Frans van Deursen als verteller.

Wereldwijd kent Peter en de wolf talloze uitvoeringen in bewerkingen, in Nederland onder meer door Frank Groothof en Paul de Leeuw. De uitvoering door Ensemble Nederlands Kamerorkest begint traditioneel: het vogeltje zit in de boom, Peter verlaat het huis van zijn grootvader en loopt de wei in, de eend waggelt erachteraan, de kat sluipt naderbij, er is een wolf op komst. Ondertussen heeft de verteller aangekondigd dat elk personage een eigen instrument krijgt, dus het vogeltje wordt vertolkt door de fluit, de wolf door de hoorns, de eend door de fagot, de klarinet is de kat en Peter de strijkers. Maar Van Deursen ontsteekt in gespeelde woede: dit is allemaal vage onzin van een wei en een jongetje, hard en spannend moet het zijn, het verhaal van een echte Hollandse jongen. Hij gooit zijn script terzijde en vertelt het verhaal opnieuw in zíjn visie.

Wat een vondst. De gelijkenis tussen Van Deursen en misdaadverslaggever Peter R. de Vries is opmerkelijk: het grijze haar, de stoere taal, de zelfbewuste toon van praten. In de eigen bewerking van Van Deursen is de vijver opeens de Ondervijver waar de Kat alias de Gok alias de Neus heerst, de koning van de Ondervijver die bij allerhande witwasaffaires en afrekeningen is betrokken en een kerfstok heeft van hier tot Vinkeveen. De Kat vindt in ‘Eendstra’ aanvankelijk een kompaan in het criminele circuit, maar uiteindelijk wil hij de vastgoedhandelaar uit de weg ruimen. De Kat symboliseert hier de wolf en zijn onverzadigbare lust tot moord en vergelding.

De vergelijking tussen het originele sprookje en de Peter R. de Vries-versie is sterk gedaan. Peters opa is de Godfather geworden, en terstond klinkt de soundtrack uit de gelijknamige film. Ondertussen memoreert Peter R. de Wolf zijn succesvolle speurwerk en klinkende resultaten in de misdaadjournalistiek: hij loste de gruwelijke moord op een ballerina op die werd gevonden op de bodem van het Zwanenmeer (naar het ballet van Tsjaikovski; maar met de zwaan als begeleidende muziek uit Le Carnaval des Animaux van Saint-Saëns), hij loste de moord op een politiechef op (Verdi’s opera Tosca), hij loste zelfs Wagneriaanse moordpartijen op. Het zijn heerlijke verwijzingen naar de bestaande, vaak bloedige muziek- en operaliteratuur. Al die doden, oud als fossielen, worden gesymboliseerd door de Danse macabre, weer uit Le Carnaval des Animaux.

Het is een spitsvondige en fantasierijke versie van het oorspronkelijke verhaal, deze Peter R. de WolfComponist Prokofjev schreef het op verzoek van een Moskou’s jeugdtheater en legde er, ondanks alle vrolijkheid, veel maatschappijkritiek in jegens de toenmalige Stalinistische terreur. De wolf staat voor Stalin en de kat die jaagt op de eend voor de Russische politie. In het originele verhaal vangt Peter de wolf door de lus van een touw om zijn staart te binden. Hier wordt misdadiger Holleeder ook gevangen en naar de penitentiaire inrichting in Vught overgebracht. In deze nieuwe versie is de boom de uitzichttoren en bewegen de personages zich voort in kogelvrije BMW’s, gewapend met Kalashnikovs. Kwam de dreiging toentertijd voort uit het communistische bewind, nu komt de dreiging voort uit het criminele circuit. De Holleeders en hun handlangers zijn overal.

Het Ensemble Nederlands Kamerorkest speelt prachtig en meeslepend. Kortom: een fijne, geslaagde uitvoering van een sprookje dat over de hele wereld als een meesterwerk werd erkend. En terecht. Peter R. de Wolf is bijzonder omdat de verbinding tussen sprookje en misdaad zo slim gevonden is.

Foto: Melle Meivogel