‘Welk object wil geen thuis, in de handen, in het applaus, in de verbeelding van iedereen?’ Deze zin raakt de kern van de voorstelling: de eenzaamheid achter de faam wordt zichtbaar gemaakt. In Perle Noire: Meditations for Joséphine komen de visies van componist Tyshawn Sorey, zangeres Julia Bullock, schrijfster Claudia Rankine en regisseur Peter Sellars samen in een rijke, emotionele ode aan het leven van Joséphine Baker.

Het lijkt een onbeklimbare berg, want Joséphine Baker komt dicht aan legendarische proporties. De befaamde zangeres en danseres werd geboren in Missouri in 1906, en startte haar carrière als straatzangeres – en haar eerste huwelijk – op haar dertiende. In de jaren ’20 beleefde ze haar doorbraak in Parijs en was ze de eerste zwarte vrouw ooit in een speelfilm; in de jaren ’40 was ze actief in het Franse verzet; en in de jaren ’60 voegde ze zich bij de burgerrechtenbeweging in de Verenigde Staten. Waar begin je?

Perle Noire: Meditations for Joséphine is onderdeel van het Opera Forward Festival, dat dit jaar Ändere die Welt, verander de wereld, als thema heeft. Een icoon als Joséphine Baker past zeker binnen dit kader, al neemt Perle Noire niet Bakers carrière, maar haar persoonlijke blik op het leven als uitgangspunt. Leidraad is het het racisme en het negatieve zelfbeeld dat Baker ervoer door haar zwarte huidskleur.

Perle Noire heeft een concertvorm: Bullock zingt Bakers hits, doorspekt met meer sobere, gesproken teksten. Bullock vult haar Baker met een continue weemoed, een heimwee naar een leven, huidskleur, afkomst, bejegening, die ze niet heeft. Deze ingehouden emotie sijpelt door de hele voorstelling, en zorgt voor een schrijnende onderlaag. Het is daarbij moeilijk om niet eensklaps verliefd te worden op Bullocks zang: haar stem is een force of nature en doet je in zwijm vallen.

Het zeskoppige orkest (onder muzikale leiding van componist Sorey) neemt zijn tijd met lange muzikale soundscapes. Drums, elektrische gitaar, viool, fagot, klarinet en saxofoon vormen een levendig landschap, dat de emotie van het narratief op de juiste momenten onderschrijft. De evenredige aanwezigheid van elke betrokken artiest maakt dat Perle Noire voelt als een echt gesamtkunstwerk. Zangeres en musici zetten dit concert samen neer, en weven samen dit weelderige landschap van nostalgie en wilskracht.

Een veelheid aan mijlpalen uit Bakers leven komt voorbij, onder andere in de teksten, zoals Bakers twaalf geadopteerde kinderen en haar onstuimige liefdesrelaties. Naast de teksten, is de reflectie die de muziek biedt op haar vakmanschap even zo fascinerend. De drums en elektrische gitaar trekken de muziek uit de jazz-age en plaatsen de voorstelling met twee voeten in het heden.

Het hoogtepunt hierin is ironisch genoeg een moment zonder muziek: een verstilde versie van Bakers bekende Danse sauvage, hier zonder ophitsende muziek of bananenrok. Nee, nu valt de muziek juist weg, en danst Bullock in minutenlange stilte, met alleen haar eigen gesputter en wapperende armen als begeleiding.

Joséphine Baker speelde bewust maar besmuikt met de stereotyperingen rondom haar uiterlijk en afkomst en verwierf er ook juist haar faam mee. Perle Noire nodigt uit om Bakers eigen zelfreflectie op de voorgrond te plaatsen, en de tijdsgeest van toen naast de tijdsgeest van nu te positioneren. Het resultaat is een voorstelling waarin ademruimte is voor de stem van de Joséphine achter het icoon: een gedecideerde mijmering over identiteit, zelfkennis en een vleugje treurnis.

Foto: Ruth Walz – De Nationale Opera