‘Als ik toen wist wat ik nu weet, had ik hetzelfde gedaan.’ Aan het woord is het standbeeld van Anton de Kom, naamgever van het plein bij het Bijlmer Parktheater. Het is de sleutelzin van Pavements of Gold, een op vele niveaus zeer gelaagde voorstelling waarin kleine en grote verhalen met elkaar versmelten, herkenbare plekken in de wijk een grote rol spelen en dans, toneel, muziek en video allemaal even belangrijk zijn.

Tegelijkertijd is Pavements of Gold ook een sprookjesvertelling die klassiek begint met ‘er was eens’. In dit geval: een land. Om precies te zijn: een land dat er nog niet is, veroverd moet worden op de zee. Een door mensen gecreëerde werkelijkheid, met als resultaat Nederland, de stad Amsterdam en weer later de ultieme op papier ontworpen droomwijk Bijlmer. Deze ontstaansgeschiedenis wordt op poëtische wijze uit de doeken gedaan door Gery Mendes, Dionne Verwey en Marcel Roelfsema en op indrukwekkende wijze getoond in de projecties van tekeningen en aquarellen van Brian Elstak.

‘Maar een tekening blijft stil, een stad maakt lawaai’ en dat lawaai gaat de tienjarige Angel (heerlijk gespeeld door Cherella Gessel) tegemoet als ze een tekening van haarzelf als baby vindt. Haar vader wil haar niet vertellen wie deze tekening heeft gemaakt, hoe zij ook aandringt: ‘Je bent er nog niet aan toe. Klaar! Punt!’

Als haar vader het verleden wil laten rusten, dan gaat ze zelf wel op onderzoek uit. Ze is hier immers geboren en kent iedereen, hoe moeilijk kan het zijn? In de magisch-realistische zoektocht die volgt, ontmoet Angel kleurrijke figuren als de man die voortdurend alles verliest, een dakloze die haar geld niet hoeft (‘Nee, ik werk niet vandaag’), drukke metroreizigers, een ruziënd stel, hangjongeren (of zijn het dezelfde hangouderen als in RELAX!?), maar ook een ouder echtpaar dat overal bang voor is en meent dat vroeger alles beter was.

Bij dit alles worden tekeningen van zeker voor de kinderen uit de Bijlmer onmiddellijk herkenbare plekken in de Bijlmer getoond, variërend van een metrostation tot een speelplek, van de flats tot het Anton de Kom Plein. Maar alle zeer diverse personen die Angel ontmoet kunnen haar niet verder helpen, waarna zij naar haar tante vlucht – met tegenzin, want zij praat altijd zo langzaam en vertelt eindeloos voordat je een antwoord krijgt. Zij waarschuwt Angel. Wil ze echt haar verleden weten? Als je dat eenmaal kent, kun je dat nooit meer vergeten. Ook de dakloze waarschuwt haar: als je zoekt maar niet vindt, word je moe, onzeker en kwaad.

Zittend op de voet van het standbeeld van Anton de Kom vindt Angel haar antwoord. De Surinaamse schrijver en anti-kolonialist (1898 – 1944) herschreef in 1934 in Wij Slaven van Suriname de bestaande geschiedschrijving over Suriname vanuit het perspectief van de onderdrukten. Een verhaal dat nog altijd te weinig bekend is en anderen nog altijd liever willen ontkennen. Door zijn woorden gaat Angel de confrontatie met de tekenaar aan en besluit met een leeg vel terug te keren: ‘Ik weet toch wel hoe ik thuiskom’.

Het mooie van de poëtische tekst van Rob de Graaf en Wieke ten Cate is dat alle diepere lagen gevat worden in een bonte mix van speel- een muziekstijlen, waarbij ook veel gelachen kan worden om allerhande stereotypes. Pavements of Gold is zeventig minuten precies als de Bijlmer, Amsterdam en Nederland. Herkenbaar en vervreemdend, zonder eenduidige blik op het verleden, laat staan op de toekomst, samenhangend maar met vele losse draadjes. Pavements of Gold roept daarbij op vooral zelf op onderzoek te gaan, ook al krijg je mogelijk niet de antwoorden die je dacht te vinden en is daarmee uiterst actueel.

Foto: Sanne Peper