In 2017 won Daniëlle Schel de publieksprijs op het Amsterdams Kleinkunst Festival, waar ze opviel met haar typetjes en thematiek. Patroon is haar avondvullende debuut, waarin ze haar veelzijdige talent laat zien, en toch een rode draad weet vast te houden. In eindregie van Titus Tiel Groenestege geeft ze een sympathieke draai aan de emotionele achtbaan van het leven.

Startangst, noemt ze het. Haar angst om de hoge verwachtingen niet te halen, zorgt ervoor dat Daniëlle Schel begint te huilen voor ze is begonnen. Die achtbaan van (vrouwelijke) emoties – zo vaak op de hak genomen door de mannelijke cabaretier – loopt als een rode draad door alle liedjes, typetjes en anekdotes. Voor veel mensen is het een herkenbaar verhaal, en eentje om doodmoe van te worden.

Om na al die jaren van spot sympathie op te wekken voor de grillige vrouw, is gewaagder dan ze misschien van tevoren had gedacht. In Hoofddorp is ze zo overtuigend, dat een meneer uit de zaal al na één minuut roept: ‘Als je zo blijft, ga ik weg.’ Huilende vrouwen, daar ziet hij blijkbaar de lol niet van in. Zonder een moment uit haar rol te stappen, weet Schel de schijnbaar eindeloze dialoog tot een goed einde te brengen. De meneer gedraagt zich de rest van de voorstelling voorbeeldig, maar drukt een grote stempel op de eerste twintig minuten.

Want ja, die emoties zijn nu eenmaal de spil van haar voorstelling, en dat is nu even spannend geworden. Ze schetst in eerste instantie een beetje terughoudend de twee gezichten van de hedendaagse mens, die overprikkeld en gestrest van burn-out naar burn-out hupst, maar daar niets van laat merken. Iedereen sprint van hoogtepunt naar hoogtepunt. We moeten allemaal onze dromen waarmaken, en voor onszelf kiezen. En af en toe even huilen, omdat we niet zo hard lijken te kunnen lopen als de rest. Als ze na twintig minuten eindelijk haar nieuwe, knellende schoenen showt, schudt ze de gesaboteerde opening met hulp van een groot applaus van zich af.

Het is een echt kleinkunstprogramma, compleet met sympathieke persoonlijkheid, sketches en aanstekelijke muziek, gecomponeerd door Mattijs Verhallen en begeleid door Luuk Janssen. Niet te poëtisch, maar ook niet te plat, met soms een tikkie langdradig bruggetje, zoals het een debutant betaamt. En met overtuigende mimiek, timing en opbouw, zodat er ook nog wat te lachen valt.

Het bijzondere talent van Schel is om typetjes neer te zetten die onuitstaanbaar en toch sympathiek zijn. Zoals de jaknikker van de conversatie, die altijd overal naar luistert, nooit zelf aan het woord komt, en stiekem eenzaam en ongelukkig is. De vrouw die haar man verlaat, verbolgen over dat ze niets anders voor hem betekent dan het eten op tafel, en uiteindelijk toch terugbelt om te vertellen over de chili con carne in de diepvries.

En zo kan het dat het haast deprimerende idee van de opening (hoge verwachtingen zorgen alleen maar voor teleurstelling), aan het eind van de voorstelling de clou wordt. Hoe zal het deze keer eens tegenvallen? Welke moodswing gaat onze avond nu weer verpesten? We wrijven ons in de handen en hopen er het beste van. Zo is die emotionele vrouw in anderhalf uur toch behoorlijk sympathiek geworden. Daniëlle Schel levert met Patroon een veelbelovend debuut af.

Foto: Janita Sassen