Wanneer ik terugloop naar station Bijlmer ArenA, spreekt een man met sigaret en de mond en biertje in de hand mij aan. Of ik huil? Zeker niet, maar ik bedank hem voor zijn zorg. ‘Waar kom je vandaan?’ vraagt hij vervolgens. Ik vertel hem over de ‘theatrale parade’ Parlement Debout, een evenement van het Holland Festival dat dwars door de Bijlmer gaat en zo de cultuur van de Bijlmer probeert te tonen.

Hij kent het niet, maar woont al zijn hele leven in de Bijlmer, dus over de cultuur kan hij mij alles vertellen. Vanavond zingen de Toppers namelijk in het stadion, en er is al de hele week kermis voor alle kinderen. Oh ja, en zijn zus werkt in het Bijlmer Parktheater en zij weet alles. Van het Holland Festival heeft hij nog nooit gehoord.

Niet verwonderlijk, want de natuurlijke habitat van het Holland Festival is toch het centrum van Amsterdam, en niet de Bijlmer. Met voorstellingen als Parlement Debout moet daar verandering in komen. Helaas slaat Parlement Debout de plank volledig mis door het festivalpubliek, voornamelijk bestaand uit hoogopgeleide witte mannen en vrouwen, een rondleiding door de Bijlmer te geven onder de noemer ‘Bijlmer voor dummies’. Dat geeft een ongemakkelijk gevoel van aapjes kijken. Voor de bewoners zelf is dit thema oninteressant, ze kennen hun eigen cultuur immers al. Jammer, dit was een mooie kans geweest om voor en met de bewoners van de Bijlmer te werken.

Dat is voor de makers zelf ook een punt. ‘Waarom hangt het hele Amsterdamse centrum vol met promotie van het Holland Festival, maar zijn er hier maar twee vlaggen te vinden?’ speecht één van hen. Er zijn dan ook nauwelijks bewoners aanwezig wanneer op een van de balkons het Ghansuri Kwartet begint te spelen. Vanaf daar lopen de plusminus tweehonderd paradegasten mee door de Bijlmer, het strakke ritme van de brassband (uit Zuid-Oost? Ik kan het niet terugvinden) volgend.

Onderweg maken we stops bij het water, waar in prachtige rood-gele jurken drie vrouwen ons toezingen in een vreemde taal. Helaas ben ik opgegroeid in een Nederlands dorp en kan ik geen context geven, zoals ook de voorstelling zelf dat nalaat. Dan volgt ‘Het Groeiend Monument’, waar een minuut stilte wordt gehouden voor de slachtoffers van de Bijlmerramp. Ook dat voelt vreemd: natuurlijk is het respectvol om aandacht te schenken aan de slachtoffers, maar de daadwerkelijke slachtoffers zijn er nog altijd. We gaan niet met hen in gesprek en ze zijn niet aanwezig, terwijl ze zo dichtbij zijn.

Het eindigt met een heus Bijlmerfeestje in het park, inclusief lokale acts, Surinaamse barbecue en Fernandes. Gezellig. Maar het geeft ook een vreemd gevoel van cultural appropriation: daar staan wij dan, Holland Festival-gangers, in de achtertuin van de Bijlmerbewoners, met hun eten, hun muziek. Alleen zelf zijn ze er niet, op enkele betrokken organisatoren, artiesten en aanhang na. Het Holland Festival lijkt nu vooral gebruik te maken van de Bijlmer. Maar wat krijgt de Bijlmer van hen?

Parlement Debout is een van de gratis voorstellingen van het Holland Festival en geregisseerd door de Congolese Faustin Linyekula, dit jaar een van de associated artists op het Holland Festival. De oorspronkelijke voorstelling is in 2007 gemaakt door Papy Ebotani, associated artist bij Linyekula’s Studio Kabako en geïnspireerd op ‘les parlementaires debout’, Congolese mannen die op straat rondhangen en commentaar geven op het nieuws en de discussie aangaan. Iets meer van dat soort uitwisseling had deze voorstelling goed gedaan, want nu horen we enkel het standaard verhaal uit de geschiedenisboekjes. De echte verhalen blijven achter de gesloten deuren van de afwezige bewoners.

Wanneer ik terugloop kom ik over de markt, waar bewoners hun dagelijkse boodschappen doen, eten in een van de vele eettentjes en hun kinderen spelen. Ik vraag me af wat die Bijlmer cultuur nu eigenlijk is en wat ik ervan heb gezien. De sigarettenman wil alles weten over de voorstelling, om te kijken of wat ik heb gehoord wel strookt met zijn ervaringen. Een parade door de Bijlmer, en hij weet er niets van? Onmogelijk, hij kent alles en iedereen in de Bijlmer.

Publiciteitsfoto (Avenue de Djoué, Makélékélé, Congo): M.Torres