Boedapest wordt soms het Parijs van het Oostblok genoemd. Het circusensemble Recirquel komt uit de eerste stad en heeft een fascinatie voor de tweede. Paris de nuit baadt in rijk rood en sensueel fluweel, in chansons en oh la la. Maar de groep blijft niet steken in een boudoir van vroeger: het brengt ook swingende jazz en stelt moderne genderkwesties aan de orde. Recirquel was te zien op Cultura Nova, het interessante festival voor internationaal beeldend theater in Heerlen. Dat trouwens ook een mooi muziekprogramma heeft.

In de hoge ruimte van vet rood fluweel, in rokerig licht, zit een melancholiek ogende man met bril accordeon te spelen. Wat hij mist aan uitstraling en bravoure compenseert hij ruim met zijn onnadrukkelijke virtuositeit. Direct voor het podium staan dezelfde Thonetstoelen en tafeltjes als in de nachtclub ­– zo mogen we de wereld van spiegels, plooien, draperieën, kant, tule en jarretelles wel noemen. Ook op het podium zit publiek. Het krijgt de artiesten vlakbij, en soms zelfs op, hun tafeltje.

Als de accordeonist gezelschap heeft gekregen van vijf collega’s kan de show beginnen. Elf artiesten laten hun circus- en verleidingskunsten zien. Sterke mannen hangen op onverwachte manieren aan touwen en palen. Vrouwen dansen koord, desnoods op hoge hakken. Nog hogere hakken heeft de trapezewerker. Paris de nuit is niet alleen een nostalgische trip naar het zwoele nachtleven in het fin de siècle of de jaren twintig, Recirquel legt ook het verband met genderkwesties van nu.

In die zin is Paris de nuit ook een oproep om ruimte te geven aan seksuele diversiteit. Ik kan me voorstellen dat het rechts-populistische klimaat in Hongarije daar aanleiding toe geeft. En dat de groep niet tot de favorieten behoort van president Orban, die zich zo sterk maakt voor traditioneel-christelijke waarden en vindt dat een gezin een vader en een moeder nodig heeft. Maar dat zijn speculaties.

De acts zijn prima. Naast het genoemde is er ook een jongleur met duizelingwekkend veel ringen te zien en uiteenlopende vormen van acrobatiek. Maar wat van Paris de nuit een echt goede voorstelling maakt, is de consequent doorgevoerde sfeer en het feit dat de groep alles zelf doet. Het zeskoppige orkest (accordeon, piano, trompet, gitaar, contrabas en drums) is uitstekend. Het kan net zo makkelijk uit de voeten met chansons als met jazz en Zuid-Amerikaanse dansen. Ook de zangeres, die Frans, Engels, Duits en Hongaars zingt, is prima. Ambachtelijkheid van vroeger en een boodschap van nu, wat wil je nog meer?

Foto: Attila Nagy