Met Parade heeft associate choreographer Crystal Pite haar eerste soloprogramma bij het Nederlands Danstheater. Hiervoor is de vaste formule van het gezelschap om stukken van verschillende choreografen te combineren – met als gevolg dat thema en esthetiek soms een vrij eclectisch geheel vormen – deze keer achterwege gelaten. Voor Parade werden twee stukken van Pite hernomen: Parade (2013), dat opnieuw bewerkt is, en het gelauwerde The Statement (2016).

Halverwege The Statement vraagt een vrouw zich af hoe het grote zwarte tafelblad dat centraal staat in het toneelbeeld toch zo glad en glimmend is gebleven. Door haar sterke fascinatie voor dit detail is ze even van de voortrazende discussie afgeleid. Van een afstand is te zien dat er niets aan kan blijven plakken en iedere projectie wordt weerkaatst.

Waar The Statement zich precies afspeelt, wordt niet duidelijk tijdens de uitvoering. Het kan in iedere vergaderzaal of achterkamertje in politiek of corporate life zijn. In een schaakspel van verantwoordelijkheden en schadebeperking stelt The Statement machtsverhoudingen aan de kaak. Rollen worden omgekeerd. Men troeft elkaar af om een schuld af te schuiven.

Rondom, op en onder de glimmende tafel wordt de discussie op het scherpst van de snede gevoerd. De intenties die in de uitspraken besloten liggen zijn vertaald in de synchroon lopende bewegingen van de vier dansers. Scherpte is zowel in de stemmen op tape te horen als in de bewegingen van de dansers te zien.  De gemoederen lopen hoog op, maar de aard van het conflict blijft ongewis.

The Statement was een van de hoogtepunten van het vorige dansseizoen. Toch heeft de choreografie bij een tweede keer aan kracht ingeboet. Misschien omdat er na de initiële verbazing weinig nieuws te ontdekken valt.

Tegenover het dansante The Statement is Parade vooral theatraal en beeldend. Een korte pauze brengt de toeschouwer na het eerste stuk in een compleet ander universum. In een verlicht tentje onder een grote sterrenhemel zijn de dan nog onzichtbare bewoners ver van alles en iedereen verwijderd. Er komt een clown uit het tentje en er volgen meer. Later verschijnt een hele fanfare op het toneel. Pruik, schmink en kostuum, de clowns zien er allemaal anders uit. De leden van de fanfare dragen dezelfde uniformen. Van de onbestemde kleur van dat alles – crèmekleurig – gaat de suggestie van een vervaagd verleden uit.

In Parade wordt gedanst, gefeest en rondgereisd. De lijn met feestvlaggetjes krijgt na verloop van tijd een andere functie. Er worden gaandeweg grenzen mee gesteld. En daarmee verdwijnt de onschuld. Er ontstaat een spanningsveld tussen de clowns en leden van de fanfare. Pas als het leed is geschied – de stemming zakt af van vrijmoedig naar vijandig – wordt in de grote warboel van over elkaar buitelende gebeurtenissen op het toneel ingezoemd op details als persoonlijke relaties. Mooi is de stem van de clown die aan het slot van de voorstelling over ‘saudade’ – iedere vertaling uit het Portugees doet de strekking van het woord tekort – zingt, er klinken diepe emoties van verlies en heimwee in door.

Ten opzichte van het eigentijdse karakter van The Statement, worden in Parade ontwikkelingen op het wereldtoneel van een afstand getoond. De keuze voor de groep clowns en een fanfare werkt vervreemdend. Dat de relatie tussen de clowns en de fanfare  zodanig verslechterd dat er een slagveld ontstaat, maakt de voorstelling des te wranger. Crystal Pite heeft het dubbelprogramma ook aangegrepen voor een verdere integratie van de twee stukken. Pite injecteert Parade met het poppenspel van wat een nog niet gepresenteerde scène uit The Statement zou kunnen zijn. Een spannend gegeven, maar het komt helaas te gekunsteld over.

Dat Crystal Pite politiek en de problematiek van oorlog en vluchtelingen in de vaak vrij veilige danswereld brengt, is bewonderenswaardig. Maar het risico dat zij hiermee heeft genomen, blijkt een keerzijde te hebben. Want wat ze wil zeggen komt te eenduidig over – ze toont vooral – en laat daardoor weinig ruimte voor reflectie.

Foto: Parade – Rahi Rezvani