Andy Warhol noemde ‘geur’ de sterkste van alle zintuigen. Geur is een geheugendrager, met het opendraaien van een flesje kan hij vanuit het niets een herinnering oproepen om na het sluiten in het niets op te lossen. Die vluchtigheid heeft geur gemeen met dans. Een beweging verschijnt en verdwijnt op hetzelfde moment. Danskunst wordt daarom ook wel de kunst van het ‘worden’ genoemd, in plaats van het ‘zijn’.

Symbolisch hebben choreografen Emio Greco en Pieter C. Scholten de essentie van dans in een flesje gevangen door een parfum bij hun voorstelling Para I Diso Revisited te presenteren. De sprong naar danserszweet is daarmee snel gemaakt. Tijdens de voorstelling ruiken de dansers  aan hun polsen – de plek waarop een parfum wordt gesprenkeld– en zo nemen Greco en Scholten geur als ingang naar de verschillende zintuigen die nodig zijn om dans in al haar kwaliteiten te kunnen ervaren.

Na een kleine zeven jaar haalden Greco en Scholten de voorstelling Para I Diso Revisited (2010) van stal om haar met een nieuwe cast op het toneel te brengen. Bij aanvang poseren de zes dansers voor de toeschouwers in de schijnwerpers, op de rand van het toneel en klinken flitsende camera’s.

Nu is het ontstijgen van het aardse voor balletdansers al een doel op zich. Hoe ziet het dansparadijs er dan uit? Heeft de danskunst daarin een plek? En reizen er ook demonen mee naar het hiernamaals, als we zien hoeveel moeite het kost om een positie uit het klassiek ballet uit te voeren en een been dat doorgaans fier de lucht in wordt gestoken opeens op een lager niveau blijft hangen? In Para I Diso Revisited blijken meer herkenbare elementen te zitten, zoals wanneer de armen in hoeken van negentig graden gedraaid boven het hoofd worden geheven, zij roepen associaties op met een moment in de balletgeschiedenis waarop er radicaal werd gebroken met de heersende conventies in l’Apres Midi d’un Faun van Nijinski.

Maar bovenal wordt de hemel in Para I Diso Revisited gevoed met het specifieke vocabulaire van Greco en Scholten, waarin zij het strakke stramien dat de academische dans vaak inbedt, nieuwe adem inblazen en zo ruimte scheppen. Daardoor lijken de bewegingen soms te dobberen terwijl op andere momenten de dans wordt opgezweept of nagejaagd met een lasso. Ondanks de duistere kanten die het paradijs volgens de makers ook heeft, brengt hun voorstelling iets waarnaar we allemaal kunnen uitkijken.

Naast de gure wind die van tijd tot tijd over het toneel waart, klinkt er tijdens Para I Diso Revisited op een eclectische geluidscompositie onder meer de stem van singersongwriter Sarah McLachlan en naar het einde toe dwingende orgelklanken. En dat is het enige kritiekpunt op de voorstelling, die gelukkig is teruggehaald met deze fantastische dansers voor een nieuw publiek. Door de vele effecten in de op momenten bijna bombastische muziek en de overweldigende esthetiek van glitterkostuums is het soms niet helemaal duidelijk òf en waar de knipoog nu precies zit.