Wat gebeurt er wanneer je mensen uit alle windstreken bij elkaar zet op een eiland, zonder dat ze een gemeenschappelijke taal hebben? Dan ontstaat er doorgaans een mengelmoes die taalkundigen een ‘creooltaal’ noemen. Het Papiaments van Aruba, Curaçao en Bonaire is zo’n creooltaal. Muziektheatergroep Vanta maakt met Papia een nogal vage voorstelling over het ontstaan van het Papiaments.

Vanta bestaat uit percussionist/componist Vernon Chatlein, afkomstig van Curaçao, zangeres Amber Nijman, die Afro-Caribische roots heeft en de Curaçaose theatermaker en rapper Juan-Carlos Goilo. Ten behoeve van Papia hebben ze kunstenares Hedy Tjin in de arm genomen om illustraties te maken die op het achterdoek worden geprojecteerd. Felix de Rooy heeft de eindregie op zich genomen. Papia is in première gegaan op het Nieuwe Makers Festival RRReuring in Podium Mozaïek in Amsterdam.

‘Papia’ betekent ‘praten’ in het Papiaments. Met deze voorstelling zegt Vanta de ontstaansgeschiedenis van het Papiaments te willen vertellen. Op het achterdoek zien we getekende Spaanse conquistadores geprojecteerd, in harnas, met Don Quichote-helmen en kromme dolken. Dan verschijnen trieste historische prenten van volgestouwde slavenschepen, en van slaven die moeten sjouwen en werken. Goilo en Nijman zeggen teksten in het Engels en het Nederlands: die overheersers voelden zich superieur aan het slavenvolk.

In een associatief spel met percussie, zang, rap en dans proberen de drie een soort indruk te geven van hoe zo’n creooltaal ontstaat. Wie er een goed oor voor heeft, hoort Afrikaanse klanken langskomen, en Portugese, Spaanse, Franse, Engelse, Nederlandse. Nijman vult die klanken aan met een sensuele dans: de taal van het lichaam begrijpt iedereen wel.

Papia is vooral muzikaal gezien een aardige voorstelling. Amber Nijmans stem heeft soul, haar zang zit geregeld tegen de gospel aan. Chatlein is een behoorlijke percussionist, hij heeft een bescheiden percussie-set staan, plus een toetsenbordje. Goilo is als rapper en verteller de minst sterke van de drie. Nu en dan nemen de musici hun eigen geluid op en gebruiken het vervolgens als basis, waardoor de muziek een zekere gelaagdheid krijgt.

Met de muziek komen ze een stuk verder dan met de uitleg over het ontstaan van een creooltaal. Die blijft vooral associatief, het blijft steken in een impressie. Hoe het Papiaments is ontstaan, wordt niet duidelijk. De fragmenten over taal hangen als los zand aan elkaar in deze voorstelling, die een klein uur duurt.

Omdat vooral Papiaments wordt gesproken en nu en dan iets wat klinkt als Portugees, is deze voorstelling voor niet-Antillianen goeddeels onverstaanbaar. Niet duidelijk is of Vanta vooral mikt op een Antilliaans publiek. Misschien leggen de spelers wel in het Papiaments uit hoe de taal is ontstaan. In dat geval gaat die uitleg voorbij aan mensen die de taal niet verstaan. Wat rest is een muziektheatervoorstelling met originele projecties op het achterdoek, met teksten die niet te begrijpen zijn voor niet-Antillianen.

Foto: Medina Resic