Op het toneel van het Amsterdamse Ostadetheater zit een vrouw met kapsel en kleren van rond 1950 achter een bureau met een bakelieten draaischijftelefoon en een transistorradio. Officieel is zij de secretaresse van een filmproducent, maar het bijhouden van zijn post, agenda en telefoontjes kan haar onvoldoende boeien. Als haar baas naar huis is, leeft zij zich uit in haar eigen fantasieën, geënt op de levens van de grote sterren uit de begintijd van Hollywood.

Dat doet ze met behulp van zelfgemaakte papieren cut-outs: Miss Spencer – zo heet de secretaresse –heeft de glamourfoto’s van de sterren uit de filmbladen geknipt en op karton geplakt. Soms laat ze hen parmantig over haar bureau drentelen, andere keren neemt zij zelf hun gedaante aan, waarbij ze er niet voor terugdeinst hun papieren kop eraf te trekken en haar eigen gezicht boven de lege kraag te plaatsen.

Papercut is een creatie van de Israëlische Yael Rasooly (1983), die zelf Miss Spencer speelt. Hij opende zaterdag 1 februari het Amsterdamse Pop Arts Festival (poppen- en objecttheater), dat tot en met 9 februari draait in Bellevue, De Krakeling en het Ostadetheater. Papercut is al in tal van landen te zien geweest, onder meer tijdens het Festival Mondial des Théatres de Marionnettes in het Franse Charleville-Mézières, in de Schaubuhne, het Berlijnse podium voor poppen- en objectentheater, en op de theaterboot van de gebroeders Forman in Praag. ‘Eigenlijk wilde ik een film maken,’ vertelde Rasooly na afloop. ‘Maar dat bleek te duur en te ingewikkeld. Intussen was ik alvast aan de gang gegaan met die cut-outs, om scènes uit te proberen, en gaandeweg dacht ik: zo kan het ook.’

Haar show heeft al enkele internationale prijzen in de wacht gesleept. Helemaal begrijpen doe ik dat niet. Voordat ze begint, verwelkomt Rasooly haar publiek met een mengeling van pluimstrijkerijen – ‘Oooh, you’re so beautiful!’ – en stekeligheden – ‘You’re late!’ Ook tijdens de voorstelling blijft ze af en toe tussenbeide komen met zulke terzijdes. Wie is ze nou: Miss Spencer of zichzelf? Het spel met de cut-outs is vaak grappig, maar zelden echt spannend of verrassend. Wat de voorstelling vooral draagt, is de sterke performer die Yael Rasooly is. Zij is van huis uit klassiek geschoold zangeres, en dat is te horen; af en toe zingt ze een liedje uit zo’n oude filmklassieker, en dat doet ze heel mooi.

Haar technische kunnen blijkt ook uit de stemmetjes die ze haar bordkartonnen karakters geeft, en uit het tempo en de behendigheid waarmee ze met hen manoeuvreert en tussen hen wisselt. Het publiek in het goed gevulde Ostadetheater liep dan ook met haar weg. Maar in een volgende voorstelling moet Rasooly zichzelf misschien wat meer in dienst stellen van die cut-outs. Papercut lijkt vooral het begin van een veelbelovende ontwikkeling.

Sowieso is het een goed idee om eens per jaar speciale aandacht te besteden aan poppen- en objecttheater. Pop Arts viert dit jaar zijn eerste lustrum. Behalve Papercut brengt het festival nog meer succesnummers uit het internationale poppentheater, zoals Mathilde van het Nederlandse ensemble Stuffed Puppet Theatre, dat op de sluitingsdag zijn Nederlandse première beleeft.

Foto: Boaz Zippor