De twee lichamen passen precies in elkaar. Wanneer Kristin de Groot haar hoofd tussen de gebogen benen van haar levenspartner Piet Rogie steekt, gaat hij op haar gebogen rug liggen. Samen versmelten de vier benen en de over elkaar gevouwen ruggen tot menselijke paddenstoel. Hun samenwerking voelt logisch, alsof ze hóren samen te gaan in die bewegingen. Een vanzelfsprekendheid die choreograaf Giulio D’Anna op een podium brengt, waarmee hij de rijkdom, maar ook het werk dat die vanzelfsprekendheid vereist, toont.

Dansers Kristin de Groot en Piet Rogie zijn al meer dan vijfentwintig jaar samen. Hoe kan een relatie zo lang stand houden? Dat vraagt Giulio D’Anna zich af in Panorama, een duet dat D’Anna samen met De Groot en Rogie creëerde. In zijn voorgaande voorstelling OOOOOOOO onderzocht D’Anna het falen van relaties van een groep twintigers. Nu de zevenendertigjarige choreograaf voor het eerst zelf een serieuze relatie heeft en hij een groeiend aantal echtscheidingen om zich heen ziet, zoals hij gisteren vertelde in de Volkskrant, onderzoekt hij het geheim achter een lange relatie.

Hun samenzijn op dit podium is teder, met een volledige concentratie op elkaar. Hoe ze elkaar wegduwen en de zwaartekracht hen terugduwt in een omhelzing. Hoe De Groot intuïtief Rogies kant op rolt wanneer hij van haar wegloopt. Hoe ze geluidloos, dan weer fluisterend, communiceren. Het is fascinerend om hun samenwerking te aanschouwen door de geconcentreerde, bijna intuïtieve wijze waarop hun lichamen elkaar vinden.

In zo’n situatie komt het hier en nu van het theater dat zich afspeelt voor de neus van de toeschouwer extra tot zijn recht. De relatie van Rogie en De Groot ontwikkelt zich met elke pas, val of aanraking onder mijn ogen op het podium. Het heden van hun bewegingen speelt zich af óp een groot wit geweven vloerkleed, gemaakt van oude kunstwerken van Rogie, en ónder een breed panorama-scherm dat boven hen beelden uit hun verleden als dansers laat zien. Daartussen ben ik getuige van hun hier en nu.

Het levert een intiem en teder visueel portret op van de relatie van deze twee mensen. Het panorama toont Rogies ultieme concentratie wanneer hij met een hand het lichaam van zijn levenspartner overeind houdt, terwijl dat omlaag dreigt te worden getrokken door de zwaartekracht. Vervolgens de perplexe verbazing wanneer hij loslaat en De Groot opeens met haar billen op zijn kleed van kunst zit. Maar ook de liefdevolle aandacht van De Groot wanneer zij langzaam tegen Rogie aankruipt en zich in zijn armen nestelt. Het panorama-scherm deelt de privéaangelegenheid tot in detail met het publiek. D’Anna werpt de vraag op of het eigenlijk wel gepast is te kijken. Ik voel mij een voyeur, alsof ik de intimiteit verstoor met mijn blik.

Dat is het knappe: hoe Rogie en De Groot zich zo kwetsbaar openstellen voor het oog van camera’s en publiek. Daardoor geven ze hun publiek een inkijkje in hoe zij samenleven, elkaar aanvoelen en als een lichaam door de ruimte reizen.

Bij Panorama hoort een kleine expositie. Een ode aan de lange liefde. D’Anna vroeg koppels die al meer dan twintig, soms dertig jaar bij elkaar waren om hun tijd samen uit te tekenen in een grafiek. Hun liefdesleven kende hoge pieken en diepe dalen, verspreid over een jarenlange tijdlijn. Ik verliet Rogie en De Groot met dat ene uur van hun liefde op mijn netvlies.

Foto: Rob Hogeslag