Regisseur Corina van Eijk maakt met haar Opera Spanga al dertig jaar sterke, verrassende, populaire operavoorstellingen in de weilanden van Zuid-Friesland, vaak in een open tent met uitzicht op een dijk, koeien, schapen, een overvliegende ooievaar. Voor dit jubileum wordt een combinatie gespeeld van twee korte opera’s, eigenlijk smartlappen, het overbekende Pagliacci van Ruggero Leoncavallo uit 1892 en het minder bekende Il Tabarro van Giacomo Puccini uit 1918.

Uit de voorpubliciteit had ik de indruk gekregen dat deze twee verhalen over jaloerse mannen die aan het moorden slaan geheel vanuit het oogpunt van de vrouwen die hun slachtoffers zijn, zouden worden bekeken. Ik verheugde me eerlijk gezegd al op een originele invalshoek.

Even was ik daarom teleurgesteld. Niet dat de vrouwelijke hoofdpersonen doetjes zijn, maar hun boze echtgenoten zijn niet zomaar tirannen of akelige sadisten, het zijn ook mensen met hun frustraties en problemen. We leven evengoed met ze mee. Heldentenor Morschi Fransz is als Canio, de Paljas, even hartverscheurend als bespottelijk. Hij is bepaald geen als clown geschminkte oude en lelijke man, toch wordt hij binnen en buiten het circus door zijn vrouw Nedda (een fraaie sopraan Aylin Sezer) bedrogen. Hij vermoordt haar en haar minnaar en wordt dan ook nog eens uitgelachen omdat niemand in zijn verdriet gelooft.

Nog ontroerender is Marcel van Dieren, een oude bekende in Spanga. In de proloog van Pagliacci legt hij uit dat ze het vanavond nu eens over gewone mensen zullen hebben. Als de mismaakte Tonio wordt hij vervolgens door Nedda spottend afgewezen en verraadt hij haar bij haar echtgenoot Canio.

Maar hij is vooral aangrijpend in Il Tabarro als Michele, binnenvaartschipper op de Seine en bedrogen echtgenoot. De relatie met zijn vrouw Giorgetta (Francis van Broekhuizen, vanouds de stersopraan van Spanga) is gecompliceerd. Eens hielden ze veel van elkaar en waren ze gelukkig met hun kleine zoontje. Toen stierf dat jongetje en daarna kunnen ze elkaar niet meer verdragen. De herinnering aan hun kind en het verloren geluk drijft ze voortdurend uit elkaar. Giorgetta neemt ook een minnaar en hij wordt door Michele gedood. Maar belangrijker dan dat melodrama is de relatie tussen de ouder geworden echtelieden en hun verdriet. Inderdaad, gewone mensen en een gewoon, herkenbaar menselijk drama.

Als toneelbeeld heeft Jolanda Lanslots een doorzichtig staketsel gemaakt dat zowel het circus in Pagliacci als de boot in Il Tabarro meer aanduidt dan vorm geeft. Erdoorheen zie je als vanouds het weiland, met een weg over de dijk, waarlangs een echte vrachtwagen de circusartiesten aanvoert en de zakken meel van de boot wegbrengt. Plotseling springen er vrolijk vrijende paartjes in beeld.

Als het donker wordt is de belichting (Henk Post) soms heel mooi. De kostuums (Pieter van Rooij en Marjan Boukes) zijn eenvoudig en hedendaags. In het circus is niemand als clown geschminkt. Toch zitten ze vaak aan hun schminktafels naar hun eigen gezicht te kijken. Een boeket bloemen wordt zinloos van de een naar de ander gegeven en belandt constant in de prullenbak. Het belangrijkste is dat we naar echte, herkenbare mensen zitten te kijken.

Er wordt over de hele linie prachtig gezongen. Het orkest, de Filharmonie Noord speelt onder de jonge dirigent Tjalling Wijnstra in kleine bezetting mooi en uiterst expressief. Op de heetste dag van de eeuw was het een warme gebeurtenis in de halfopen tent. Er zijn voorafgaand geregeld forumdiscussies met deskundigen over huiselijk geweld. Kaspar Jansen schreef de tekst voor een fraai, groot boek over dertig jaar rebellie in Spanga: Opera in het weiland.

Opera Spanga blijft spannend, ook als het gaat om twee melodrama’s die eigenlijk op zich niet meer zo spannend zijn, maar die in deze combinatie veel over mensen en hun problemen blijken te kunnen zeggen.

Foto: Majanka Fotografie