Oxytocine is een fraai geconstrueerd verhaal. De tekst van Rogier Schippers gaat over Thera, een verwende Westerse vrouw die haar luxe leven vaarwel zegt om naar de woestijn in het Zuiden te gaan. Ze praat daarover tegen haar huishoudster Maro uit Iran die illegaal in Nederland verblijft. Deze begrijpt Thera niet: ‘Ik ben niet onder de zeespiegel gekomen om te horen dat de vrijheid in de woestijn ligt.’

Na een afwezigheid van twaalf jaar is Monic Hendrickx, goed voor drie Gouden Kalveren, weer op het toneel  te zien. Dat alleen al is een reden om naar het theater te gaan. Ze speelt beide rollen en doet dat met veel allure, terwijl haar spel ook een aangename lichtheid heeft. Het voortdurende schakelen gaat haar schijnbaar moeiteloos af. Als ze de Iraanse vrouw speelt heeft ze een accent dat ze consequent volhoudt, maar ook wat moeizaam aanvoelt. In een scène waarin ze beide vrouwen speelt, zet ze telkens een hoofddoek op en af, wat een beetje veel van het goede is.

Het verhaal wordt opgeluisterd met muziek. Aan weerskanten van de speelvloer staan de muzikanten, Tatiana Koleva op marimba en Osama Abdulrasol op oud en kanun, oriëntaalse varianten op luit en citer. Ook is er af en toe ruimte ingelast voor een in het wit geklede sopraan, Aylin Sezer. De fraaie muzikale intermezzi vormen welkome afleidingen. De in het Arabisch gezongen liederen roepen echter vragen op omdat ze geen logische plaats hebben in het geheel en de inhoud ervan mysterieus blijft. Bij de witte kledij zoek je al snel naar een symboliek, maar die lijkt er niet te zijn.

Als Thera eenmaal in het Zuiden is, maakt ze kennis met Mohammed met wie ze een affaire krijgt. Ze wordt geconfronteerd met bedreiging en geweld en keert uiteindelijk terug naar huis. Intussen is Maro in Bloemendaal verlinkt door een buschauffeur en wordt zij uitgezet. Schippers bedacht een mooi uitgangspunt van vrouwen uit totaal verschillende culturen die beiden op hun eigen manier het geluk zoeken. De een zoekt ruimte en bevrijding, de ander zoekt beschutting en veiligheid. De merendeels heldere regie, ook van Schippers, bevat soms grappige vondsten zoals een scène met een stofzuiger. Het verhaal bevredigt echter niet helemaal omdat het te vaag blijft wat Thera nu precies drijft.

Wel schreef Schippers een vlot lopende tekst met soms erg grappige en fraaie poëtische zinnen, vooral rondom oxytocine, het stofje in de hersenen dat mensen een goed gevoel geeft bij aanraking, seks en liefde.  Maar de liefde wordt modder volgens Thera, waarop Maro zegt: ‘Modder wordt steen als je het in boosheid bakt.’