Wat de avonden met De Orde van de Dag telkens zo bijzonder maakt, is dat ze haast ter plekke worden gemaakt, zonder een repetitieproces. Dat maakt het spannend voor iedereen in de zaal; makers, gasten en kijkers. Maar tijdens de première van de Ouds & Nieuws Show 2016 is die spanning stukken minder. De avond leunt op een vrij simpel verhaal dat met veel tekst topzwaar aanvoelt en het spel is minder gedurfd.

Zo’n avond ziet er doorgaans, voor wie ze niet kent, ongeveer zo uit: de schrijvers verzinnen op de speelvloer scènes over de actualiteit, die (deels) worden gebaseerd op input vanuit het publiek en die direct worden gespeeld door de acteurs en gasten. Dat kan goed uitpakken of misgaan, maar het kan ook leiden tot uitzonderlijke, rauwe en rake momenten. En iedereen daagt daarbij iedereen uit; de schrijvers jagen de spelers op, de spelers jagen het publiek op, en de energie die dat losmaakt bij het publiek voedt de schrijvers weer die volop doorschrijven tijdens de avond. Ik herinner me een avond waarop eerst een klein aantal toeschouwers de zaal ontevreden verliet, maar waar tijdens een nagespeelde overval de suspense iedereen op het puntje van de stoel had, waarna een ontzettend hilarische column weer lucht gaf. Met levendige gesprekken na afloop tot gevolg.

De Ouds & Nieuws Show die de Orde sinds 2014 maakt is wat meer gescript, maar gaat grofweg uit van dezelfde principes. De structuur van losse, door verschillende schrijvers gemaakte en door de (gast)acteurs geïmproviseerde scènes bleef in de eerdere edities behouden en dat gaf de avonden afwisseling en vaart. Dat de ene scène wat meer zeggingskracht had dan de andere was in die veelvoud geen probleem; de waaier aan stemmen en vormen zorgde voor een goede dynamiek.

Voor de editie van 2016 is de losse vorm nog meer ingeperkt. Er is gekozen voor een doorlopend verhaal, de schrijvers zijn op Michiel Lieuwma na van het podium verdwenen. Marcel Osterop is nu aanwezig als voltijds bandlid en Greg Nottrot is spreekstalmeester, en kruipt daarnaast nog in de dubbele huid van God en regisseur. Dat klinkt jammer genoeg subversiever dan het uitpakt. Hij leidt zijn twee engelen, gastacteurs Rufus Hegeman en Debbie Korper, met wisselend succes door de avond die voor hen een totale verrassing is. Mark Kraan vertolkt de rol van een eigentijdse Job, een sterveling die er zorgeloos op los leeft en via een reeks beproevingen tot inkeer zou moeten komen.

De avond begint stroef in het Eindhovense Parktheater met een publiek dat maar geen uitspraak wil doen over het afgelopen jaar. De zaal lijkt te willen afwachten in plaats van mee te bewegen. In deze wonderlijk lage energie gaat Lieuwma aan de slag met de drie zinnen die hem zijn gegeven: hij schrijft een concluderende moraal voor straks. Kraan en zijn gasten moeten aan de slag met het personage Japie Jonker. Het script van Jibbe Willems brengt hem zonder al te veel aanleiding maar met heel veel tekstuele grappen van gebeurtenis naar gebeurtenis in 2016; van nieuwjaarsdag in Keulen via het faillissement van de V&D en een bomaanslag op Zaventem naar ‘Somewhere Nice’ en zo verder.

De chemie tussen Kraan en zijn tegenspelers komt maar niet van de grond. Het vastgelegde verhaal van A naar B vraagt eigenlijk dat er voluit kan worden gespeeld, maar de onvoorbereide gastspelers kunnen daar niet aan voldoen, en Kraan en Nottrot slagen er vanavond niet in adequaat met de verwarring om te gaan. Na bijna twee uur komt Michiel Lieuwma’s vaste Powerpoint-sketch dan ook als een verlossing; in korte tijd weet hij binnen een absurdistische vorm heel veel zinnigs te zeggen over het onvermogen van de mens vandaag om tot een zinvol bestaan te komen. Het eindspel waarin Japie, de engelen en God bij elkaar komen voegt niet veel toe en het stamelen van God zou aangrijpend kunnen zijn, maar wordt voor mij te vrijblijvend gebracht na een bewogen jaar als 2016.

Misschien was het de onwennigheid van de vastere vorm, misschien is de groep een levendigere zaal gewend, misschien was er iets anders aan de hand, maar ik heb de Orde van de Dag vaak echt sterker gezien.

Foto: Phile Deprez