Dat hij een zwembad bij het hotel wilde. Of dat hij dacht dat ze op safari zouden gaan. Dat vindt zij echt ongelooflijk. Met grote gebaren en rollende ogen verwijt ze hem dat hij een naïeve en enigszins discriminerende blanke man is, die geen idee heeft hoe hij zich moet gedragen in het vreemde land waar hij is terechtgekomen.

Dat vreemde land is Burkina Faso; zij is Carole van Ditzhuyzen en hij is Michiel Bakker. Ze vormen de kern van theatergroep Tijdelijke Samenscholing. Hun nieuwste voorstelling heet Ouagadougou en gaat over het zoeken naar familie, verbinding, je thuis voelen. Samen met drie muzikanten, onder wie Stan Vreeken, vertellen ze over de reis die ze ondernamen om de familie van Van Ditzhuyzens vader te vinden. Veel meer dan een plaatsnaam en een foto van haar vijftig jaar geleden overleden oma hadden ze niet. Zonder concreet plan togen Van Ditzhuyzen, Bakker en Vreeken naar Ouagadougou, Burkina Faso.

De setting is sober: een paar krukken, een microfoon, uiteenlopende Afrikaanse instrumenten, een paar kleurige kostuums en wat golfplaten. Ook de vorm is sober: vertelling afgewisseld met muziek. De drie reizigers worden ondersteund door twee muzikanten die diverse instrumenten bespelen waaronder een contrabasgitaar en djembé, maar ook een aantal typisch Burkinabese instrumenten. Met Vreeken als krachtige voorman zingen en spelen zij – parallel aan de vertelling over de reis door Bakker en Van Ditzhuyzen –  het verhaal van Isa, een nomade die zijn ouders verliest en in een ander gezin weer een thuis vindt. De vertellende nummers hebben een bluesy sfeer met een Afrikaans tintje en zijn verassend in hun opbouw en akkoordenschema. Leadzanger Vreeken is een prachtige vertolker van zijn eigen poëtische teksten en vormt een sterk muzikaal trio met Kees Dijkstra en Julian Du Perron. Soms bijna te sterk: Bakker en Van Ditzhuyzen krijgen hun losjes vertelde verhaal niet altijd even soepel tussen de swingende nummers door geweven. Maar meestal lukt het wel en tonen de twee met verve hun affiniteit met gezelschappen als Maatschappij Discordia en ’t Barre Land. Zoals Bakker zijn vingers draait, roept duidelijk associaties op. Hun vertel- en speelstijl is naturel, bijna terloops en toch meeslepend, hun bewegingen subtiel en hun gevoel voor ritme is scherp.

Ze vertellen over de ontmoetingen met vreemden, over de hitte, maar ook over hun bedenkingen bij de reis. Vooral voor Van Ditzhuyzen speelt de ingewikkelde vraag of ze zich herkend heeft in de mensen, zich thuis heeft gevoeld in het land. Het is mooi hoe ze hun ervaringen van alle kanten belichten: zo ontstaat een (autobiografisch?) verhaal dat ontroert en tot nadenken aanzet. Het einde, waarin nogal geforceerd een fictie-element wordt toegevoegd (‘dit is allemaal niet echt gebeurd’), is dan ook onnodig mystificerend. Het was sterker geweest als de makers hun inzichten en ervaringen gewoon voor zich hadden laten spreken. Maar afgezien daarvan is Ouagadougou een meestal overtuigende en zeer innemende voorstelling.

(foto: Dim Balsem)