Opeens is Desdemona haar ene oorbel kwijt. Die is geroofd uit haar handtas. Haar man Othello ontvlamt in jaloezie. Die zal ze vast in een of ander overspelig bed hebben verloren. Die jaloezie is al eerder aangewakkerd door Jago, een fascinerend personage dat niets dan onheil in liefdesverhoudingen aanricht en het gif van onmin injecteert.

Vier eeuwen terug schreef Shakespeare Othello, het ultieme drama over de pijn van jaloezie. In de nieuwe versie van M-Lab heten de belangrijkste personages Daphne, Otis en Jacco. Regisseur Karina Kroft en componist Frank Heemskerk zorgen voor een nieuwe, wervelende versie, die Otis of Othello, de musical heet. De voorstelling ging in april van dit jaar in première. Nu staat een verkorte versie ervan op het theaterfestival Parade 2013. In nauwelijks veertig minuten weten de spelers het hele Othello-verhaal te vertellen, in een geheel nieuwe entourage.

Op de ambassade van Burundi is het feest, een Hollandse avond met vlaggetjes, oranje feesthoedjes, blokjes kaas, bier en jenever. Deze wereld van expats is buitengemeen geschikt voor dit verstikkende verhaal van liefde en hartstocht, van haat en afgunst. Bariton Ernst Daniël Smid is de ideaal gecaste  Othello; met zijn reusachtige postuur, zijn welluidende stem in prachtige liederen over teleurgestelde liefde vormt hij een mooi contrast met de frêle, breekbare Daphne van Céline Purcell. Wanneer Daphne haar parel-glinsterende oorbellen niet kan aandoen, ontsteekt Otis in razernij.

De Jacco-rol is geweldig goed gedaan, zoals de hele cast uitstekend op elkaar is afgestemd. Prachtig is de verdediging van de onschuld door Daphne. Wie heeft haar oorbel ontvreemd? In het oorspronkelijke verhaal is dit object van delict een zijden zakdoekje met aardbeienmotief. Het blijft een geniale greep van Shakespeare dat het verlies van zo’n schuldeloos voorwerp tot zoveel tragiek kan leiden, tot dood en verderf.

De ontwikkelingen gaan snel in deze bewerking. Na een half uur exposé komt verrassend snel de ontknoping met pistoolschoten en doden. De kaasblokjes die ambassadeursvrouw Esmee ronddeelt, kunnen de sfeer niet redden. De verveelde landerigheid van een feestje in den vreemde is prachtig getroffen. De muzikale begeleiding van Frank Heemskerk is wonderwel geslaagd en geeft aan de voorstelling niet per se de allure van een musical maar van een melodieuze vorm van muziektheater.

Opvallend aan de bewerking is dat titelheld Otis geen zwarte Moor is, geen donkere man zoals in het oorspronkelijke stuk, die door zijn kleurverschil de haat als vanzelf afroept, omdat hij een vreemdeling is. Deze Otis is geen vreemdeling, dat maakt zijn rol complexer. Hij is eerder een oudere man die twijfelt aan de liefde van zijn jonge, frivole vrouw. Dit is een drama tussen oud en jong, niet tussen donker en blank. Het is scherp getroffen van de regie dat de Otis van Ernst Daniël Smid zich geheel misplaatst voelt op het ambassadeursfeest met zijn loze drankzucht. Otis is eenzaam. Daphne ook. Ze hopen elkaar te vinden maar de omgeving maakt alles kapot. Schitterend is de claus van Daphne als ze tegen Otis zegt: ‘Je kijkt me aan met ogen die van mij een vreemde maken.’ Dus toch: Otis en Daphne zijn vreemden voor elkaar, dat is niet de bedoeling van de liefde.

Vanaf 9 augustus speelt Otis of Othello op de Amsterdamse Parade; diezelfde avond gaat in het Shakespearetheater in het Drentse Diever ook een Othello in première in de regie van Jack Nieborg: twee Othello’s deze zomer, het lijkt de zomer van de jaloezie.