Het lijkt of deze week het rode pluche van het DeLaMar Theater plaatsmaakt voor ruige straathoeken. Niet alleen in het DeLaMar, ook in de Stadsschouwburg, Paradiso en de Melkweg vindt Summer Dance Forever plaats. Voor de zevende keer biedt dit festival plek aan urban dancetheater. Urban dance is allang niet meer alleen van de straat, sinds de stroming in de jaren zeventig ongeveer gelijktijdig begon in Californië en de Bronx, een wijk in New York. Het was de tijd van de hiphop-, dj- en funkstromingen. Breakdance hoort er ook toe. In de loop van de tijd is urban steeds meer een vast onderdeel gaan uitmaken van de hedendaagse jazzdans, en dus steeds vaker in de theater te vinden.

De Franse groep Compganie Accrorap met als artistiek leider en choreograaf Kader Attou brengt hiphopdans die wervelt en draait over het podium. Hun nieuwste voorstelling heet Opus 14. In een behoorlijk hoogstaand artistiek decor van grijze vormen die zowel over de vloer als tegen de wanden zijn geprojecteerd vloeit een grote reeks scènes als snapshots voorbij. De 16 dansers beginnen vaak vanuit een uitgelichte, witte rechthoek en tonen vanaf dat punt hun razendsnelle acts, als een soort vliegensvlugge snapshots. Het heeft iets duizelingwekkends en bezwerends.

De dansers treden afwisselend solo op of in groepen. Opvallend is de traditionele hiphopdans met telkens een danser in het midden van een groep die rondom hem of haar heen draait. Krachtig en de zwaartekracht trotserend zijn de floorwork-mouvementen. Razendsnelle draaiingen met zwiepende voeten die als een motor de draaiing aanjagen en dan op de handen, rug of schouders en zelfs hoofd.

Opzwepende muziek, variërend van klassiekachtige pianosolo’s tot hiphop begeleiden de dansers. Er schuilt ook ironie in Opus 14, wanneer macho-dansbewegingen gecontrasteerd worden met poëtische bewegingen. Het is in urban dance lastig te zeggen waar de scheidslijnen liggen met hedendaagse dans. In elk geval maakt choreograaf Attou dansperformances die dichtbij moderne dans liggen. Dankzij acrobatische toeren en razendsnelle wisselingen van toprock naar floorwork (ofwel van staande bewegingen naar bewegingen met handen en voeten op de grond) ligt de uitvoering dicht bij het circus. Dat is voor Attou ook een van de belangrijke inspiratiebronnen.

Het is prachtig te zien welke moeiteloze, krachtige en emotionerende scènes elkaar in hoog tempo opvolgen, alles beheerst door een pulserend muziekritme. De overvolle en enthousiaste zaal met overwegend een heel jong en multicultureel publiek zag zijn helden op het toneel. Ze kenden en herkenden de bewegingen en vuurden de dansers aan, ongeveer zoals bij een jazzconcert de solisten applaus krijgen. Dit geweldige, betrokken publiek is zo anders dan bij reguliere voorstellingen in het DeLaMar. Het geeft aan Summer Dance Forever een grootstedelijke sfeer die je zelden ondergaat in het theater.

Voor iedereen, ook zij die meer geïnteresseerd zijn in traditioneel teksttoneel of ander regulier theater of cabaret, is dit festival zeer de moeite waard. Het haalt de straat de schouwburg binnen. Gastheer Andrew Makkinga voorziet de optredens van een korte en enthousiasmerende inleiding, waarin hij benadrukt dat het festival begon als een bijeenkomst ‘van dansers voor dansers’. Het festival is klein begonnen en heeft nu een absolute top bereikt.

Foto: Michel Cavalca