Joeri Vos maakt zijn eerste echte voorstelling als artistiek leider naast Paul Koek van De Veenfabriek meteen over een van de meest tot de verbeelding sprekende vrouwen uit de toneelliteratuur. Ophelia zorgde in de loop der eeuwen steeds voor ophef, in verschillende kunsten. Prachtig materiaal voor een voorstelling.

Wat weten we over Ophelia? Ze was de ongelukkige geliefde van de beroemdste toneelrol aller tijden. Het object van haar liefde vermoordde haar vader. En later ook haar broer, maar dat maakt ze niet meer mee: ze verliest het contact met de werkelijkheid, deelt bloemetjes uit aan mensen die er niet zijn, maakt een elegant dansje en eindigt drijvend in een beek. En op het iconische schilderij van Millais.

Lang na haar eerste dood had Ophelia een andere wereldberoemde minnaar. De Ierse actrice Harriet Smithson trad in 1827 op in Parijs en maakte met haar spel Hector Berlioz helemaal gek. De romanticus pur sang schreef haar honderden brieven, kreeg geen antwoord, droeg zijn composities aan haar op en bereikte na zes jaar wat hij wilde. Dat Berlioz haar Ophelia blijft noemen is tekenend: ze houden van elkaar in hun rollen van kunstenaars, maar als mensen kunnen ze niet met elkaar overweg. Daar helpen geen opium en alcohol tegen. Hun zoon sterft jong op zee.

De Veenfabriek speelt alle lijnen door elkaar heen: delen van het toneelstuk, het repetitieproces waarin ze dat vormgeven, de aanbidding van Berlioz en de ruzies van Harriet, en dan alles ook nog in de wereld van nu. Vader Polonius wenst zijn dochter een fijne nacht met Hamlet: ‘in de badkamer ligt nog een pakje condooms van mama en mij’. Ophelia zit op Instagram, zoekt ruzie op een moderne manier en ‘gooit er nog even een wasje in’.

Regisseur Joeri Vos realiseerde zich dat hij nogal veel tegelijk overhoop haalde. In het programmaboekje liet hij elf pagina’s begeleidend proza afdrukken; de voorstelling spreekt op het toneel kennelijk niet voor zichzelf. De toelichting werkt soms verhelderend en roept soms weer nieuwe vragen op. Het stuk bestaat uit tien ‘bewegingen’, zoals delen van muziekstukken in het Engels movements heten. Daar komen dan de voorrede nog bij, en de entr’acte in blauw licht, als een opiumdroom.

Op het randje van het toneel trapt Phi Nguyen af met een Shakespeareaanse inleiding waarin we gewaarschuwd worden voor zintuigen die ons bedriegen en dat we ons moeten realiseren dat feit en fictie, waarheid en droom door elkaar lopen. En dat de spelers niet altijd te verstaan zullen zijn: als eerbetoon aan het Franse publiek, dat geen Engels verstond, wordt er soms door elkaar gesproken. Ja ja. Nguyen is tegelijk Hamlet en de regisseur van de avond. Dat doet hij goed, tegelijk betrokken en afstandelijk.

Componist Bastiaan Woltjer speelt zelf mee, zoals ook de andere musici rollen hebben. Zijn muziek varieert van pompende pop tot lyrische melodieën, en daar tussendoor duiken altijd stukken uit het oeuvre van Berlioz op, vaak uit zijn Symphonie fantastique. Woltjer en zijn romantische voorganger zorgen samen voor een intrigerend klankbeeld.

De ster van de show is Jacobien Elffers. Ze vlindert in de titelrol en als zichzelf over het toneel, inderdaad tussen droom en werkelijkheid, tussen gekte en waarheid. Elffers kibbelt virtuoos, fileert Ophelia’s waanzin door al spelend te vertellen hoe je dat speelt. Bij haar staat de afstandelijke beschouwing, het uit haar rol stappen de tragiek niet in de weg.

Ophelia is complex, intrigerend en niet helemaal gelukt, maar op een manier die je nieuwsgierig maakt naar de toekomst. En waardoor ik overweeg nog een keer te gaan kijken.

Foto: Robert van der Ree