Je zou het verfrissend kunnen noemen, een voorstelling over oorlog die het niet moet hebben van rauw realisme (Blasted), galgenhumor (Blackadder) of  sociaal commentaar (De Hollanders), maar waar Oorlog, het nieuwe stuk van Daniël Samkalden voor zijn groep De Pooiers, het dan wel van moet hebben blijft een uur lang onduidelijk.

Drie militairen groeperen zich bij een heuveltje in een bos (een camouflagenettenconstructie van Tom Schenk), een korporaal blijkt de hoogste in rang in de wijde omgeving – en misschien wel van zijn hele leger – maar is zwaargewond, de ene soldaat is gezagsgetrouw en idealistisch, de andere fel en ongedurig. De een zwatelt over verantwoordelijkheid en vechten voor de vrijheid van iedereen, de ander gaat in het van vijanden vergeven bos marsmuziek luisteren op een radiootje. Ze nemen een vijandelijke commandant gevangen die een soort Gronings accent heeft en voor hen dus onverstaanbaar is. Gelukkig komt er een tweetalig meisje langs dat paddestoelen zoekt, voor de idealistische soldaat een lekker hapje om te bepotelen.

Oorlog heeft zo weinig van doen met welke vorm van realiteit van oorlogsvoering dan ook dat het ‘Allo, ‘allo op een documentaire doet lijken. En ook als kapstok voor de toch al niet bijster diepzinnige quasifilosofietjes van de vier suffe mannen is het stuk te zwak. Blijft over dat Samkalden vaardig natuurlijk klinkende dialogen kan schrijven voor de korte baan, maar wat ontbreekt is een samenbindend idee (zoals hij een paar jaar geleden wel had in Van alle tijden). Guy Clemens haalt nog wat geestige capriolen uit als de korporaal met de verlamde benen, maar verder lijkt dit een productie met een ernstig geval van oorlogsmoeheid.

foto: Ben van Duin