Max is een meisje met een volle agenda. En een vader die steeds achter haar broek aan zit. Haar grootste wens? Even helemaal niets te hoeven. En een vriendje dat nooit iets van haar hoeft te hebben.

Haar leven in het keurslijf wordt erg leuk gespeeld met een pop als vader (’Lieverd, wel een beetje opschieten’) en een drukke dagindeling (school, karateles, oma moeten bellen), met daarbij als enige rustpunt het avondeten. Maar dan dient ineens haar gewenste vriend zich aan. Het is een meneer, want hij heeft een baard. En ze noemt het Marcus. Na zijn komst wordt alles anders. De druk is van de ketel en avonturen laten niet lang op zich wachten. Het handjevol gele decorstukken wordt een echte boot met een mast. Niets meer moeten, alleen nog maar doen wat je wilt.

Het grote linkeroor van Max speelt een hoofdrol in die avonturen. Het gaat los van haar hoofd en valt overboord. Het wordt opgevist en je blijkt er nu nog meer dingen mee te kunnen. Je kan er geluid in laten lopen en je kan er de gedachten van Max in horen. Er zijn wat geluidseffecten, maar die blijven helaas in de lucht hangen.

Max wordt gespeeld door Amy van der Weerden en haar vriendje Marcus door Boy Ooteman. De kinderen moeten vooral lachen wanneer hij zijn grote mannenlichaam in allerlei kronkels in de boot probeert te wurmen. Aan het eind van de ongeveer veertig minuten durende voorstelling zijn er wat liedjes, maar die konden niet ieders belangstelling vasthouden.

De voorstelling wordt gespeeld bij daglicht. Dit om het ook te kunnen spelen in klassen of in andere ruimtes die niet over theatertechniek beschikken. Dat betekent hard werken voor de spelers om de aandacht vast te houden. Regisseur en bedenker Jan Jasper de Vries komt een heel eind met de voorstelling, maar het vuurwerk en de actie in de voorstelling zitten te veel aan het begin. Max komt weer thuis, haar oor komt weer vast te zitten, maar het is onduidelijk of haar avonturen iets aan haar volle agenda, met school, zwem- en pianoles hebben veranderd.

Foto: Remke Spijkers