Al voor aanvang van Blood Show begint het grote anticiperen: voor de mensen op de eerste rij liggen poncho’s klaar tegen rondspetterend nepbloed. Die eerste rij beslaat maar liefst de helft van alle stoelen, want het publiek zit om het vierkante speelvlak heen. (meer…)
Linde Schinkel en Martine van Ditzhuyzen zitten naast elkaar op het podium. Ze schenken geen aandacht aan het publiek. Hun ogen zijn gericht op hun handen, die met nauwgezette halen met een onzichtbare naald en draad aan een borduurring werken.Een klok tikt en de buste van een man slaat de naaisters van achteren gade. Dan gaat de bel en is het tijd voor actie in de One Man Show van Vox Muziektheater. De vrouwen delen een ondeugende blik en trippelen naar een ouderwetse poppenkast, waarna de muzikant David Mackor uit een tutu tevoorschijn komt door een trap op de grond van een van de vrouwen.
Onder begeleiding van Mackors elektrische gitaar schakelt Schinkel van aria naar aria, terwijl van Ditzhuyzen een alsmaar groteskere karikatuur van de man doet. Gehuld in steeds rijker gevulde herenslips, tanktops en bouwvakkershelmen zingen, spelen, slepen, neuken, baren en kleden de vrouwen zich om. Mannenlichaamsdelen worden gespietst en op de strijkplank gebarbecued. De strijkplank – het meest veelzijdige stuk huishoudelijk gereedschap van de avond – dient verder als ladder, rek, eettafel, mannequin, als toneel voor parodie.
Dé man en zijn oorlogsfetisj worden met een knipoog op de hak genomen. Hij eindigt ontleed tussen de tanks en speelgoedgeweren op de grond, of in luier en tutu met feeënvleugels aan een kandelaar, tot groot vermaak van het publiek. De voorstelling steekt duidelijk de draak met vastgeroeste man-vrouwrollen, soms al te overdadig in de poging om verwijzing na verwijzing in de show te proppen. Er wordt vaak gerefereerd aan de held-in-nood-dynamiek (‘Kom op Peter, versla de draak, en win de maagd!’), maar dat is niet altijd even verdiepend.
Naast een Trumpmasker en een Extinction Rebellion-dino, vliegen ook Spider Man en Captain America over het podium. Soms werken de stereotypen, op andere momenten voelt de voorstelling als een herkauwoefening. Het gegrinnik van mijn buren snapte ik niet altijd. Maar misschien ben ik niet vrouw – of man – genoeg om het te begrijpen.
Aan de andere kant: het geheel is rommelig, maar wél een geheel. De muziek tilt de scènes op, het tempo blijft strak. Omdat de mannelijke genderrol het thema is, had een verkenning van de hedendaagse worsteling ermee de voorstelling kunnen actualiseren — denk aan cryptobros, incels, redpilled en blackpilled coomers en doomers, looksmaxxers, kortom: de manosphere. Maar misschien was dat ook voor het publiek (veelal ouder, te oordelen naar waar om gelachen werd) een brug te ver.
In de voorstelling gaan we met Griekse sirenes naar Trump. Afgaande op de pijnlijke scène waarin een van de vrouwen aan haar haren over het podium wordt gesleurd, wordt de Amerikaanse president bekritiseerd vanwege zijn grab em by the pussy. Met Trump en alle wapens die werden opgevoerd is de brug tussen gender en oorlog snel overgestoken. Het Atheense theater gebruikte mythische helden om de idealen van die tijd uit te dragen, zoals superhelden van Amerikaanse bodem in het huidige tijdsgewricht draagvlak creëren voor oorlogen overzee. Tijdens de Koude Oorlog vochten Thor, Iron Man en Captain America tegen communisten, vandaag de dag worden ze naar het Midden-Oosten gestuurd, of staan ze in het Pleintheater.
De laarzen van Mussolini, Hitler en Franco werden met de oprichting van de NAVO roze geverfd maar niet begraven. Zo werden onder operatie Paperclip talloze bruinhemden, zwarthemden en andere nazi’s uit het verslagen Nazi-Duitsland naar de VS gehaald, waar ze hoge institutionele posities kregen in ruil voor hun kennis over oorlog en wetenschap. Het nazisme verloor, maar het fascisme won en wist zich, tenminste voor eigen volk, lange tijd progressief te kleuren met stokpaardjes als ‘democratie’ en ‘emancipatie’. Queer- en vrouwenrechten zijn van extreemrechts tot centrum-links handige ammunitie gebleken voor het rechtvaardigen van imperialistisch geweld. Nu het zwart onder de roze verf tevoorschijn komt en het fascisme – Europa’s belangrijkste exportproduct – weer vaste voet krijgt op eigen bodem, is het een gemiste kans dat de voorstelling niet een diepere visie op de relatie tussen gender en geweld aankaart. One Man Show is vooral een ludieke show waarin de man in zijn allermannelijkste vormen belachelijk wordt gemaakt, maar de vraag naar de relatie tussen gender en geweld wel erg eenzijdig wordt benaderd.
Foto’s: Rosa Quist Photography