De dood is een veelbesproken onderwerp in theater. Nog nooit echter waagde een regisseur zich aan de daadwerkelijke analyse van het eeuwig onzekere einde. Theatermaakster Edit Kaldor liet zich niet afschrikken en deed onderzoek naar het laatste levensuur. De tijd en de dood zijn immers met elkaar verbonden. One hour heeft een therapeutische inslag, de toeschouwer kan zijn eigen dood letterlijk repeteren.

Langs drie zijden van de zaal staan blauwe banken, boven de banken hangen grote schermen. Vier acteurs met zendmicrofoon ontvangen het publiek. Ze lopen door de T-vormige ruimte. In hakkelend Engels worden we ingeleid in het onderwerp. Tijd laat zich zien in cirkels en in de markering van een begin en een einde, het uit zich in de seizoenen net zo goed als in de hartslag. Om die tijd te markeren geeft een geluidscue tijdens de voorstelling elke minuut aan, vaak meldt een van de acteurs ook de exacte tijd. Hoe we eindigen en wanneer, we weten het niet. Dat is een mysterie in elk leven en daarmee is elk individueel verhaal pas klaar als het zover is. Wat zou je doen als je nog een jaar te leven had, of zelfs maar een uur? De acteurs vragen het zich hardop af en nemen de toeschouwer mee in een reis door dat ene uur. Het publiek mag zich op de banken nestelen en krijgt een kussen voor onder het hoofd. In het volledige duister start het uur.

One hour geeft veel details over het fysieke proces: eerst raakt het zicht verloren, pas als laatste het gehoor. Regelmatig worden deze wetenswaardigheden ondersteund met videobeelden, die worden geprojecteerd op de schermen waaronder de kijker ligt. De camera legt een weg af dwars door het lichaam of toont stervende hersencellen. Wat later in het stuk volgen abstracte hallucinerende beelden. Kaldor vermijdt consequent de horror, nooit worden de beelden dwingend. Om de beurt spreken de acteurs. Hun flarden tekst vormen samen een coherente, geleide fantasie. Zo nu en dan geven de vragen gelegenheid voor eigen invulling. Waar wil je sterven? Wie is er om je heen en wat zou je het meest missen? Die laatste vraag blijft hangen, maar wat precies beklijft zal voor iedere kijker persoonlijk zijn.

Sommige acteurs stoeien met de Engelse taal en zitten daardoor in een keurslijf. Gaandeweg het stuk, als ze minder zichtbaar zijn, is er meer ontspanning. Doordat de jongste acteur David de Lange het middelpunt is van de introductie en er bij aanvang van de voorstelling ruimte is voor een persoonlijke inbreng van de spelers, is het als kijker gemakkelijker het beladen uur in te duiken. Nergens wordt One hour te psychologisch of te klef, toch blijft het een gewaagde exercitie laverend op de grens van theater en therapie.

(foto: Pepijn Lutgerink)