Het is misschien flauw om een toneelbewerking van een boek te vergelijken met het origineel, maar Onderworpen (naar de meest recente roman van de Franse schrijver Michel Houellebecq) vraagt erom. Dat komt omdat de voorstelling zowel heel dicht op de tekst van het boek blijft, als een saaie en bij vlagen platte theatrale invulling geeft aan die tekst.

Onderworpen speelt zich af in een toekomstig Frankrijk waarin een moslimpartij regeert. De Sorbonne, werkgever van literatuurwetenschapper François, wordt overgenomen door Saoedi-Arabische investeerders, en aan François wordt de keuze gelaten zich te bekeren tot de islam om zo zijn werk voort te kunnen zetten, danwel aanspraak te maken op een riant pensioen. Bovendien verlaat zijn vriendin Meryam, een van zijn studenten, hem omdat haar familie vanwege groeiend anti-semitisme naar Israel emigreert. Geconfronteerd met deze feiten overweegt hij een einde te maken aan zijn leven. Echter, na een ontmoeting met de nieuwe tot de islam bekeerde decaan van zijn vakgroep, komt François tot inkeer.

De voorstelling maakt op leuke en ontregelende wijze gebruik van muziek, van een ringtone van ‘La Marseillaise’ tot een plotseling intermezzo van one-hit wonder Hanson. Ook geeft het toneelbeeld met matrassen, verschuifbaar meubilair en bergen bierkratten mogelijkheden aan de spelers zich uit te leven met verbouwingen. Waarin deze toneelbewerking tekortschiet, is de manier waarop ze omgaat met de overwegingen en bespiegelingen van de personages. Alles wordt uitvergroot, tot komedie gemaakt, waardoor het verhaal zwaar aan zeggingskracht inboet.

Om te beginnen hebben de makers ervoor gekozen om François neer te zetten als een soort boerenpummel. Hij gaat gekleed in een trainingspak, woont in een appartement met het lelijkste soort nepleren meubilair en spreekt met de verbolgen woede van een PVV-stemmer in zijn stem. Dit terwijl Houellebecqs personage in grote mate gedreven wordt door een fascinatie voor de bekering tot het katholicisme van de schrijver Huysmans, op wiens werk hij promoveerde, en verlangt naar het gezinsleven dat zijn literaire held beschrijft. Ook gaat hij herhaaldelijk op retraite bij katholieke monniken, hetzij met wisselend genoegen. Deze ervaringen voeden in het boek op een complexe manier de gedachten van het personage – die daar eerder een conservatieve autist, dan een woedende populist is -, maar die lijken in deze bewerking afwezig.

Ook het bezoek aan de moslimdecaan Rediger hangt aan elkaar van slapstick. Rediger jaagt zijn vrouw weg nadat ze eten brengt aan het bezoek. Een serieuze bespiegeling op de islam gaat de makers blijkbaar zo moeilijk af dat het personage Marie-Françoise er aan de gesluierde haren bij wordt gesleurd om een betoog te houden over de grote beschaving van de christelijke middeleeuwen en de parallel met islamitisch politiek bestuur.

Dit zou allemaal niet erg zijn als de voorstelling niet zo’n platgeslagen lezing van Onderworpen zou presenteren. Houellebecqs idee van een islamitisch Frankrijk komt geheel voort uit zijn kritiek op de steeds neo-liberalere maatschappij, waarbij universitair onderwijs enkel leidt tot een baan bij Hermès, en geld de enige god is. Onderwerping is in feite een variant op andere beelden die in zijn hele oeuvre figureren: een eiland in het midden van de tijd, het niets, het verdwijnen in de oceaan. Niets van deze poetische lading is behouden, waardoor de voorstelling helaas niet de diepgang heeft die ze had kunnen hebben.

Foto: Phile Deprez