Het is lente, een nacht zonder maan in een kleine stad. Zo begint Onder het Melkwoud van de Welsh dichter Dylan Thomas. Hij schreef het als hoorspel voor de BBC in 1954, maar de kracht van zijn beelden maakte dat er al snel toneelversies kwamen. Twee verfilmingen bovendien, in 1972 en pas nog, in 2015. Thomas beschrijft een nacht en een dag in een klein kustplaatsje. Alleen wij als toeschouwer kunnen overal meeluisteren en kijken achter de voordeuren en zijn zo de bevoorrechte getuige van de verlangens en frustraties van de bewoners.

Het plaatsje luistert bij Thomas naar de naam Llareggub. Afslag Eindhoven zal de locatie voor hun Oerol-versie niet op de naam hebben uitgekozen, maar Molkenbaksplak heeft dezelfde aardse klank als het origineel. Het is een weidse vlakte met ruig gras, een boerenhek en een duin op de achtergrond waar personages kunnen opduiken als ze ronddwalen in hun koortsige gedachten. Rechts vóór een fragment van een planken vloer waar soms onheilspellend rook tussen de plinten opstijgt en dan weer niet. Enkele grafzerken steken af tegen het sprieterige helmgras. Links is een steigerconstructie waarop muzikant Woody Veneman resideert. Vijf straatlantaarns maken ook van deze verhoging een deel van het stadje.

Veel speelruimte dus en daar heeft regisseur Yvonne van Beukering optimaal gebruik van gemaakt. Haar zes acteurs spelen allen meerdere rollen, nu eens dicht bij, dan weer ver weg, soms hoog op een paal, soms samen zorgend voor een dreigend klanklandschap, bijvoorbeeld als meerdere ‘schrille meisjes’ zoals Hugo Claus het in zijn vetvlaamse vertaling noemt, samen een klein jongetje bedreigen. Rogier Schippers maakt er een meelijwekkend maar geestig karakter van als hij met de broek op de knieën om zijn moeder roept.

Schippers is ook nog de postbode die in het geniep de liefdesbrieven van anderen open stoomt, maar toch vooral de alwetende verteller Kapitein Kat, die onze aandacht verlegt van de ene naar de andere plaats in het dorp. De eerste tien minuten word je daas van de vele verschillende namen maar daarna valt alles op zijn plek en zwenkt je moeiteloos mee van de hete dromen van Gossemer, de dochter van de slager (Sanne Samina Hanssen) naar meneer Priem (Martijn Crins) die zijn koudbloedige vrouw wil vermoorden. In gedachten, uiteraard.

En dat Kapitein Kat zelf ook droomt over een vrouw uit het verleden, dat spreekt voor zich. Als een schim komt ze voorbij. Mooie poëtische beelden zijn het in een schemerend landschap vol kwetsbare schepsels, wij mensen. Acid Love laat Woody Veneman aan het einde van de voorstelling over de vlakte heen galmen. Afslag Eindhoven maakte met deze Onder het Melkwoud een fraaie, ontroerende voorstelling.

Foto: Moon Saris