In On Earth I’m Done wordt het publiek meegevoerd naar een plek waar elk gevoel over ruimte en tijd is verdwenen: een scheppingsverhaal en een post-apocalyptische zoektocht naar menselijkheid.

De Zweeds-Nederlandse choreograaf Jefta van Dinther maakt hallucinante voorstellingen in een uiterst strakke vormgeving en een ultrafysieke, energieke dansstijl. Hij is een goede bekende op festival Julidans, waar eerder werk van hem te zien was waaronder As it empties out (2015), Dark Field Analysis (2018) en The Quiet (2019).

Zijn nieuwe werk On Earth I’m Done is een ‘archaïsch-futuristisch’ tweeluik dat bestaat uit de solo Mountains (2021) en Islands (2022), een groepswerk voor dertien dansers, gemaakt voor en door het Zweedse Cullberg waaraan Van Dinther al sinds 2013 is verbonden als associate artist. Bergen en Eilanden, het zijn geografische verwijzingen waarbij de kijker door landschappen vol donkere, hallucinerende beelden wordt geleid in een conceptuele voorstelling over transformatie. Waarbij de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat het helpt dat de choreograaf in de begeleidende tekstboekjes van Cullberg tekst en uitleg geeft.

Mountains gaat over de geboorte van een nieuwe wereld, een alternatief scheppingsverhaal. In de solo van maar liefst 70 minuten zien we de danser worstelen met een schier eindeloze lap stof, die aanvankelijk op de grond ligt maar door onzichtbare krachten omhoog wordt getrokken zodat er – mede door de magische belichting – een steeds veranderend berglandschap ontstaat.

Het begint heel traag in het bijna-donker: een enkel peertje belicht een halve cirkel en opeens ontwaar je in het halve duister een op de grond zittende man. Zoals je soms niet hebt gemerkt dat het opeens donker is geworden, zo onmerkbaar is de overgang van niet zijn naar zijn. Op de grond liggen obstakels die als het licht verandert deel uit blijken te maken van een lap stof. Ook weer vanuit het niets wordt opeens een stok zichtbaar die blijkt te zijn verbonden met de stof. En geheel in tegenstelling tot de wetten van de zwaartekracht, is de lap stof niet naar beneden komen vallen, maar wordt deze door onzichtbare krachten gedreven, langzaam maar zeker naar boven getrokken: heel traag en steeds andere ‘bergen’ creërend in het landschap op de grond.

Het is een indringende solo waarin de heftig dreunende muziek, zoals altijd van Van Dinthers vaste geluidsontwerper David Kiers, bepalend is voor de transformatie die de man doormaakt: van onderzoekend naar sensueel en van agressief naar lethargisch. Uiteindelijk wordt alles, inclusief de zwarte toneelvloer, opgeslokt door het grote niets daarboven.

Mountains wordt uitgevoerd door de veelzijdige Marco da Silva Ferreira, onder meer bekend als danser bij Hofesh Shechter maar ook als winnaar van de Portugese editie van So You Think You Can Dance. Hij is overigens ook actief als choreograaf; op Julidans is zijn førm Inførms te zien in Via Injabulo.

Het tweede deel Islands gaat, aldus Van Dinther, over een wereld die niet meer bestaat, een sf-wereld of een wereld die na de Apocalyps is overgebleven. We zien voor op het podium liggend in identieke kostuums acht dansers; tegenover hen achter op het toneel vijf naakte dansers. Het lijkt aanvankelijk een strijd te worden tussen natuur en cultuur, maar al snel trekken de naakte dansers dezelfde kostuums aan, al probeert een van hen op handen en voeten te ontsnappen.

Het zijn verweesde wezens, op zoek naar iets, een andere wereld? Een manier om zich tot elkaar te verhouden? In het begin zijn ze onhandig bezig elkaar te leren kennen, ze tasten elkaar af, zoeken naar verbinding, naar hoe het voelt om elkaar vast te pakken, om te draaien. Liggend op de grond krioelen ze door elkaar, als sprinkhanen springen ze in het rond. Ze bewegen zich ergens tussen dieren, mensen en machines of robots in.

Op de altijd maar doorgaande stevig dreunende, soms dreigende score van David Kiers bewegen de fantastische dansers van Cullberg, af en toe als losse individuen, alleen tegenover een groep, vaak in tweetallen of drietallen uit elkaar vallend. Een stem leert ze het alfabet; als een schoolklasje ligt de groep op de grond, de letters herhalend. Ze ontdekken de rand van het podium, kijken zoekend om zich heen, ze lijken steeds meer te ontdekken wat ze gemeenschappelijk hebben: agressie bijvoorbeeld. Stampend en dreigend lopen ze rond, slaande bewegingen makend, alsof ze iets heel ver van zich af willen gooien.

Aan het eind, nadat de wereld even helemaal zwart is geworden, hebben ze elkaar gevonden. Ze stellen zich op in een V-formatie en herhalen dezelfde beweging telkens opnieuw, keurig synchroon. Ze zijn een machine geworden.

Van Dinther wil iets zeggen over onze wereld en over wat het betekent mens te zijn in een voorstelling die intrigeert en fascineert. Het is een trip naar onbekende oorden, overrompelend en meedogenloos.

Foto: Mountains, Urban Jörén