De entree is overweldigend. Meterslange rode kerstguirlandes hangen glinsterend voor het toneel, draaiend discolicht begeleidt de bezoeker naar zijn plaats. Somewhere over the rainbow wordt live gezongen. Uitbundige, als eland of Kerstman uitgedoste acteurs strijden om de aandacht én de portemonnee van het publiek. Want niets is hier voor niets. Kerst bij Dood Paard is een dolgedraaid commercieel feest.

Voor vijftig cent draait Gillis Biesheuvel als boomlange fee een suikerspin voor je. De andere acteurs brengen snoepgoed aan de man. Een halve euro voor een handje popcorn. ‘Wie maakt me los?’ blèrt kerstkonijn Manja Topper, terwijl ze haar laatste Twix, Ballisto en Kitkat probeert te slijten. Herbergier Kuno Bakker stalt je jas voor een euro. En heeft iedereen wel betaald? Ook voor acteurs moet de schoorsteen tenslotte roken.

Er ontstaat een grillig en grimmig kerstsprookje. De veertienjarige dochter van de herbergier Zwaveltje (Rosa van Leeuwen) loopt na een ruzie weg van huis en verdwaalt in een donker bos vol plastic kerstbomen. Daar bevindt zich een ratjetoe aan sprookjes- en kerstfiguren, ieder met zijn eigen hedendaagse besognes.

De drie wijzen uit het oosten bijvoorbeeld. Tussen alle satellieten en Noord-Koreaanse lange afstandsraketten is de echte ster van Bethlehem niet meer te herkennen. Sneeuwwitje heeft te kampen met een laag zelfbeeld en de Kerstman, een droogkomische Chiron Holwijn, heeft last van stress. Vroeger was je blij met een klein cadeau en ging kerst om het geven. Wat valt er in de tegenwoordige graaicultuur nog aan cadeaus te verzinnen?

Daartussendoor  probeert de vertelfee (Gillis Biesheuvel) alles en iedereen binnen één verhaal te houden. Maar er doen zich steeds onvoorziene gebeurtenissen voor die de nodige improvisatie vragen. Voor de duivel was er geen rol weggelegd in het sprookje. Maar dan heb je geen rekening gehouden met Manja Topper als boerende duivel anno 2013. Zij lult zich met valse beloften de voorstelling in, ontpopt zich als hoofdpersonage en heeft het laatste woord.

Dood Paard lijkt met OMG! XMAS-SHOW! WTF? zijn publieksbereik te willen verbreden: een kerstvoorstelling voor een 9+ publiek is nieuw. Het is een bont spektakel voor oog en oor geworden. Verkleedpartijen, kerstkaraoke, een dronken pinguïn, unheimische videobeelden, pratende kerstbomen, een showprins (stagiair Floyd Koster) die The Fox van Yilvis zingt, een videoclip met een Schubertlied, een kerstdis met speelgoedservies. En zoals bij Dood Paard gewoon is, wordt er nadrukkelijk en zichtbaar toneel gespeeld.

Het is een overdaad geworden, zoals kerst anno 2013 overdadig is geworden. Gaan aan de kerstdagen weken van voorbereiding vooraf, dat lijkt voor deze voorstelling niet op te gaan. De tekst van Joachim Robbrecht maakt de indruk haastwerk te zijn, waarin de gedachte dat kerst een commercieel feest is verdwaalt. Het geheel levert weinig boeiende ideeën en scènes op. De actualiteit lijkt er vaak met de haren bijgesleept om het toch maar 2013 te houden. En de conclusie dat we nooit lang en maar heel soms gelukkig zullen leven is nogal obligaat.

In OMG! XMAS-SHOW! WTF? zitten genoeg pogingen tot humor. Maar voor humor moet je talent hebben. Leuk doen en leuk zijn blijken weer verschillende dingen. Hier lukt het alleen Chiron Holwijn en bij vlagen Manja Topper om écht grappig te zijn.

Dat is jammer in een voorstelling die verder weinig te melden heeft en het moet hebben van het geweldige visuele spektakel. Het leidt tot de slotsom dat aan de titel OMG! XMAS-SHOW! WTF? te gemakkelijk ‘WHO CARES?’ toegevoegd kan worden.

Foto: Sanne Peper