Een oudejaarsconference moet het niet per se hebben van het vernieuwende. Het vaste format is eerder een pre dan een sta-in-de-weg. De taak van de cabaretier is om het afgelopen jaar door te nemen en daarbij rake grappen te maken en scherpe observaties te doen over de belangrijkste gebeurtenissen en kwesties van dat jaar. In hun oudejaarsconference Omdat we het waard zijn tonen Dolf Jansen en Louise Korthals zich wat dit aangaat voorbeeldige leerlingen. Maar de voorstelling had wel wat meer jeu mogen hebben.

Nu is het met Dolf Jansen op een podium natuurlijk niet verwonderlijk dat de oudejaarsformule werkt. Hij is een routinier in dit genre. Louise Korthals noemt hem spottend de Robert Mugabe van het Nederlands cabaret. En inderdaad weet Jansen ook dit keer weer scherp uit de hoek te komen met zijn kritiek op VVD’ers en CDA’ers en op het onrecht dat er in de samenleving heerst. Hij vertelt vlotjes en rijgt de grappen soepel aaneen.

Korthals deed nooit eerder een oudejaars, maar maakte wel twee goed ontvangen cabaretprogramma’s. Voor haar eerste show Vlieguur ontving ze in 2013 de Neerlands Hoop. In Omdat we het waard zijn valt ze vooral op door haar mooie liedjes. Het meest overtuigend is haar indringende lied over het uitbuiten van de planeet, een felle aanklacht tegen Trumps anti-klimaatpolitiek. Hier komen muzikaliteit, schrijfkunst en het scherp becommentariëren van de maatschappelijke actualiteit samen in de beste Nederlandse kleinkunsttraditie. De opzwepende pianobegeleiding van Erik Verwey maakt het geheel helemaal af.

Als conferencier dreigt Korthals in deze voorstelling een beetje ondergesneeuwd te raken. Het blijft toch vooral Jansen die het jaar doorneemt, daarbij af en toe door haar onderbroken. Ook zij bespreekt actuele zaken, maar ze heeft duidelijk een andere stijl, meer persoonlijk. Soms werkt dat heel goed, zoals bij haar conference over de brand in de Grenfell Tower in Londen van afgelopen juni. Korthals woonde op dat moment zelf in Londen en maakte de ramp van nabij mee. Vanuit die ervaring werkt ze mooi toe naar een kritiek op hoe wij als samenleving met sociaal zwakkeren omgaan. Maar op andere momenten blijven Korthals’ verhalen teveel steken op het anekdotische niveau en missen ze urgentie.

De samenwerking tussen Korthals en Jansen kwam voort uit de wens van de laatste om het na zesentwintig jaar nu eens anders te doen. Dit is maar ten dele gelukt. Het idee lijkt te zijn geweest dat de contrasten tussen de twee – man versus vrouw, jongere versus oudere generatie – de voorstelling een spannende dynamiek zouden geven. Maar hiervoor lijken Jansen en Korthals toch te veel op elkaar. Ze delen grosso modo hetzelfde wereldbeeld en zijn beiden vrij klassieke cabaretiers. Jansens flauwe grappen over vrouwen, provincialen en religieuzen geven de voorstelling bovendien iets belegens. Dit had je hem in 1991 ook kunnen horen zeggen.

Foto: Jaap Reedijk