De thematiek van OFFER is hoogst actueel. Een groep idealisten verzet zich tegen een niet met name genoemde instantie, die hen zou willen manipuleren en van elkaar vervreemden. Zij willen leven volgens hun eigen kompas en zoeken manieren om het systeem omver te werpen. Een van hen radicaliseert en is bereid daartoe extreem geweld te gebruiken.

Consensus Vocalis brengt het deels berijmde, wat eenduidige libretto van Sophie Kassies met verve en vaart tot leven. Het is losjes geïnspireerd op de roman The Good Terrorist van Doris Lessing. Er zijn slechts drie personages: de radicaliserende ZIJ (Fanny Alofs), de messianeske HIJ (Berend Eijkhout) en DE GROEP (Consensus Vocalis).

Kassies koos voor een niet chronologische volgorde. Het stuk begint en eindigt met ZIJ, die op het punt staat een ontsteker op haar telefoon in te drukken. Volgens haar verstaat de onderdrukker immers alleen de taal van geweld. Dat er voor het realiseren van een betere wereld onschuldige doden zullen vallen neemt ze op de koop toe. In flash forwards keert deze scène tijdens de voorstelling ook nog twee keer terug.

Deze tijdsprongen worden door regisseur Annechien Koerselman en componist Lucas Wiegerink knap vormgegeven. De op het vlakkevloertoneel dirigerende Béni Csillag slaat op een gong en slingert een knetterende ratel rond, de koorleden draaien rondjes om hun as, als de wijzers van een klok. Een kilgroene lichtbundel valt op ZIJ en haar boven de ontsteker zwevende wijsvinger. Terwijl ZIJ haar bloeddorstige boodschap uitspreekt, deinzen de zangers angstig en geschrokken achteruit.

Na haar proloog, begeleid door zachte, gebroken akkoorden van een marimba (Colin Crandal), dragen de koorleden kantoormeubilair het podium op, dat later omgebouwd zal worden tot indrukwekkende barricades, de marimba incluis. De zangers zijn gestoken in alledaagse kloffies van spijkerbroek met T-shirt of blouse.

Verheugd beginnen ze te klappen als HIJ binnenkomt. Eijkhout posteert zich centraal voor DE GROEP en spreekt ons als een volleerd volksmenner toe: ‘Jouw kompas staat feilloos afgesteld op iets dat groter is dan jezelf. […] Dat is het wezen van de mens, dat je verlangt naar verbintenis, naar opgenomen zijn in een geheel. […] Een goed leven is een liefdevol leven.’

Het publiek grinnikt als hij ons ietwat pathetisch toezingt: ‘Kom erbij, blijf niet alleen, jij en wij zijn samen een!’ De koorleden komen de zaal in en schudden handen met bezoekers, onderwijl hun saamhorigheid onderstrepend met fraai meerstemmig gezang. Dan kleden ze zich om in identieke vrijetijdskleding en scanderen, begeleid door staccato patronen van de marimba: ‘Wij zijn één!’

ZIJ vraagt vanuit de zaal hoe te ontsnappen uit het systeem en wordt liefdevol opgenomen in De GROEP. Al snel blijkt ZIJ, die met terroristische acties de onderdrukkers wil verdrijven, een iets radicalere leider dan HIJ. Een groepslid dat zich keert tegen een drastisch actieplan van ZIJ, wordt onmiddellijk teruggefloten: hij kan meedoen of vertrekken. Zodra hij zich conformeert, is alles weer koek en ei. Groepsdruk en hypocrisie zijn ook idealistische gemeenschappen niet vreemd.

Er ontwikkelt zich een liefdesrelatie tussen HIJ en ZIJ, maar zodra HIJ zegt een kind te willen om ‘het leven te laten stromen’, haakt ZIJ af. Haar enige focus is het bereiken van die betere wereld, desnoods met dodelijk geweld: ‘Kinderen genoeg […] Een kind slokt alles op.’ Uiteindelijk sluipt ZIJ zonder afscheid te nemen weg, om haar drastische daad moederziel alleen te verrichten.

Onder ijle klanken van een met een strijkstok bespeelde xylofoon beklimt ZIJ voor een laatste keer de barricaden, waar zij ferm haar vastberadenheid bezingt: ‘Ik blaas de poorten open van een nieuwe tijd. […] Ik doe ons ding – maak af wat jij begon.’ Dan dooft het licht.

Lucas Wiegerink tovert ons in OFFER een indrukwekkend scala aan klankkleuren voor, hoewel hij slechts één slagwerker tot zijn beschikking had. Lyrische passages worden ingebed in prachtig verglijdende klanken van xylofoon en marimba; in meer opruiende, angstaanjagende passages klinken woeste bekkenslagen en oorverdovend tromgeroffel.

Slagwerker Colin Crandal kan niet genoeg geprezen worden. Hij raakt nooit van de wijs, zelfs als het koor zijn instrumenten bijna onder zijn kont vandaan sleept. Uitgesproken effectief is de passage waarin hij roffelend op zijn snaredrum als een rattenvanger van Hamelen de zangers voorgaat in een strijdlustig lied.

Ook de partijen van het koor zijn goed getroffen. Deze wisselen tussen vloeiende harmonische samenzang en staccato uitgespuugde frasen, her en der gekruid met wrange dissonanten. Moeiteloos schakelen de leden van Consensus Vocalis hierbij tussen gesproken en gezongen passages, die vaak haast onmerkbaar in elkaar overgaan. Hetzelfde geldt voor Fanny Alofs en Berend Eijkhout, wier partijen al even gevarieerd en kleurrijk zijn.

Annechien Koerselman houdt met snelle scènewisselingen de vaart in het verhaal, waarbij koorleden en dirigent onvermoeibaar sjouwen met tafels, stoelen, schemerlampen en tapijten.

OFFER is een geslaagde voorstelling, die de vraag stelt of geweld ooit te rechtvaardigen is. Gezien de huidige roep om een Europees leger laat een antwoord hierop zich niet makkelijk formuleren.

Foto’s: Anne van Zantwijk