De opera Oedipe is een vergeten werkstuk van een bijna geheel vergeten Roemeense componist, George Enescu (1881-1955). De opera is nu bij De Nationale Opera te zien in een in alle opzichten magistrale uitvoering, die oorspronkelijk uit Brussel komt. Gedirigeerd door Marc Albrecht die àlles en àlles uit zijn Nederlands Philharmonisch Orkest weet te halen, van geheimzinnig, tot monumentaal, tot liefelijk, tot uiterst wanhopig. Intens geregisseerd door Àlex Ollé en Valentina Carrasco van het Catalaanse La Fura dels Baus, met een schitterend decor van Alfons Flores en een cast van grandioze zangers.

In het algemeen moet je om een toneelstuk tot een opera te bewerken de tekst sterk inkrimpen, personen schrappen en de handeling vereenvoudigen om ruimte voor de muziek te scheppen. Voor het Franstalige libretto van de opera Oedipe heeft librettist en schrijver Edmond Fleg (1874-1963), ongetwijfeld in overleg met de componist, het omgekeerde gedaan. De beroemde tragedie Oidipous tyrannos van Sofokles uit 430 voor Christus, waarop hij zich baseerde, was al een uiterst compact stuk. In de opera van Enescu vormt dat verhaal alleen het derde bedrijf.

Enescu en Fleg hebben er veel aan toegevoegd. Veel van wat in de mythe slechts verteld werd, komt nu uitgebreid ten tonele. In een eerste bedrijf (of proloog) zien we de geboorte van het zoontje van koning Laïos en koningin Jokaste van Thebe en slaat de aanvankelijke vreugde om in wanhoop doordat de fatale profetie wordt uitgesproken dat het kind zijn vader zal vermoorden en met zijn moeder zal trouwen. Het kleine jongetje moet worden gedood, maar wordt te vondeling gelegd.

In het tweede bedrijf gaat Oedipus weg bij zijn pleegouders in Korinthe, die hij voor zijn ouders houdt, omdat hij de profetie wil logenstraffen. Vervolgens zien we hoe hij op een driesprong drie mannen doodt, onder wie zonder dat te weten zijn eigenlijke vader Laïos, en hoe hij een raadsel oplost dat de sfinx hem opgeeft waarna hij met de koningin Jokaste mag trouwen en koning worden.

In het derde bedrijf komt hij tot de afschuwelijke ontdekking dat zij eigenlijk zijn moeder is. Zij pleegt zelfmoord, hij steekt zich de ogen uit. Ten slotte is er een vierde bedrijf of epiloog, gebaseerd op Sofokles’ stuk Oedipus in Kolonnos, waarin de oud geworden Oedipus, samen met zijn dochter Antigone, als blinde zwerver en vreemdeling bij Athene arriveert en daar eindelijk rust vindt.

De opera Oedipe was nog nooit eerder in Nederland gespeeld. Opvallend is dat Oedipus en ook alle anderen, onder wie het koor, zichzelf voortdurend tegenspreken, maar dat het geheel helemaal geen verbrokkelde indruk maakt. Dat heeft natuurlijk in de eerste plaats met de muziek van Enescu te maken. Die is heel sterk gecomponeerd, hij bevindt zich op de rand van de heel late romantiek en de twintigste-eeuwse moderne muziek. In die zin hoort hij, al is hij officieel niet ‘entartet’, bij de vele herontdekkingen in de laatste jaren van vroeg-twintigste-eeuwse muziek.

De pianovirtuoos Enescu kwam in 1909 na een voorstelling van het stuk van Sofokles in Parijs op het idee om een opera over Oedipus te maken, was daar 25 jaar mee bezig (de opera ging pas in 1936 in première) en heeft nooit een andere opera gemaakt. Oedipe vormt ondanks de vele stemmingswisselingen onmiskenbaar een grote eenheid.

Die eenheid is er, ondanks de vele gebeurtenissen, ook al in het libretto, mede door een schijnbaar eenvoudige ingreep. In het oorspronkelijke drama stelt de sfinx Oedipus een tamelijk flauwe vraag (‘Wat loopt er ’s ochtends op vier poten, ’s middags op twee poten en ’s avonds op drie poten?’) waarop het antwoord luidt: de mens. In deze opera stelt de sfinx een heel andere vraag: ‘Wat is machtiger dan het lot?’ Ook hier is het antwoord: ‘De mens’, maar over het waarom kan je heel lang nadenken. Oedipus lijkt lange tijd in staat het noodlot aan zich te onderwerpen, maar uiteindelijk moet hij toch bukken voor zijn lot. Of is hij toch sterker dan het lot, als hij aan het einde zijn dood in vrede weet te aanvaarden? Die vraag, of de mens sterker kan zijn dan zijn lot, doordringt het hele werk en geeft er een ongemene spanning aan.

Ook de enscenering geeft een grote eenheid aan de handeling. Decorontwerper Alfons Flores ontwierp een enorme muur met bogen over verschillende verdiepingen. Daartussen staan mensen; geschilderde, gebeeldhouwde, echte mensen, soms het hele koor. Ze staan daar als een soort kariatiden, menselijke figuren als pilaren, die het hele gebouw, maar ook het hele noodlot dragen. Mede door het licht van Peter van Praet verandert de stemming elke keer.

In het eerste bedrijf staat er het volk van Thebe, dat juicht om de geboorte van het koningskind, maar dan moet aanzien dat het kindje vanwege de fatale profetie moet verdwijnen. In het tweede bedrijf verdwijnt de muur wat naar de achtergrond. Oedipus ligt er voor op een divan en zijn pleegmoeder komt – alsof zij een psychiater is, misschien Anna Freud zelf – om met hem praten over zijn angsten. In het derde bedrijf is de muur in doorzichtig plastic gehuld. Er is chaos in het land, de pest is uitgebroken, de moordenaar van Laïos moet worden gestraft. In het slotbedrijf zijn de kariatiden er weer: de architectuur van Athene die bestaat uit zijn burgers die we zien als in een antiek gebeeldhouwd fries. De kostuums van Lluc Castells zijn een zinvol mengsel van antieke en moderne elementen.

Deze voorstelling bij DNO is soms heel erg mooi, vaak heel ontroerend, steeds heel erg spannend, altijd heel erg zinvol. Het Nederlands Philharmonisch Orkest is onder Marc Albrecht weergaloos op dreef (wat zullen we hem als chef-dirigent straks nog missen!). De zangers zijn allemaal voortreffelijk. Bariton Johan Reuter is in de titelrol zeer indrukwekkend, alt Violeta Urmana in de moeilijke rol van Sfinx heel verrassend, mezzosopraan Sophie Koch een ingehouden Jokaste, sopraan Heidi Stober een eenvoudige, maar prachtig zingende Antigone, met haar blonde paardenstaart een gewoon, ontroerend, hedendaags meisje. Het Koor van De Nationale Opera is nu eens overweldigend en dan weer heel ontroerend.

In mijn ogen een topvoorstelling die ook toneelliefhebbers zich niet moeten laten ontgaan. DNO heeft de naam dat alle voorstellingen altijd uitverkocht zijn. Dat is tegenwoordig niet meer helemaal waar. Voor dit soort belangrijke voorstellingen zijn vaak nog plaatsen te krijgen. Voor jongeren, cjp’ers en studenten, zijn er bovendien altijd buitengewoon voordelige regelingen. Een unieke kans om het verhaal van Oedipus in een prachtige, maar vooral ook humane vorm te kunnen zien.

Foto: Monika Rittershaus