Er sijpelt aardig wat beeldende kunst door in de podiumkunsten tijdens deze editie van het Holland Festival. Deels in de vorm van concrete objecten: het meest treffende voorbeeld is Berlinde de Bruyckere’s bloederige boomstamsculptuur Kreupelhout, de Belgische inzending voor de Biënnale van Venetië in 2013, die het decor vormde voor de openingsvoorstelling, Mariavespers. Deels via de makers: Wael Shawky, bekend van zijn videowerken Cabaret Crusades bij de Documenta van 2012, mocht opnieuw de geschiedenis een twist geven in La Chanson de Roland. Romeo Castellucci maakte theater als bewegende tableaus in La Democrazia in America, Cate Blanchett transformeert kunstenaarsmanifesten tot een videoperformance, en de film van Dimitris Papaioannou’s doorlopende theatervoorstelling Inside hing als een schilderij in de grote zaal van de Stadsschouwburg.

Octavia. Trepanation hoort in dit rijtje thuis. Het meest indrukwekkende van dit muzikale elektrotheater is de aankleding, dusdanig dat je zou kunnen spreken van een opera als beeldend kunstwerk. Centraal staat een reusachtige kop van Lenin met een lauwerkrans – de associatie met het vergelijkbaar grote Marx-beeld in Deimantas Narkevičius’ videokunstwerk The Head ligt voor de hand. Daaromheen staat een koor van Chinese terracotta-krijgers zonder kop, in meer dan manshoge kostuums met een gat bovenop. Vier wachters in rode latex pakjes drijven hen voort als vee.

Octavia. Trepanation speelt zich af in het hoofd van Lenin, de schedel gelicht om als podium te dienen. En in dat hoofd gaat het er grimmig aan toe. Er is een plot die ontleend is aan het toneelstuk Octavia, ooit toegeschreven aan Seneca. Die plot is: Nero maakt iedereen dood. Einde. De belangrijkste slachtoffers zijn Nero’s moeder Agrippina, zijn stiefzus annex vrouw Octavia, en uiteindelijk zijn leraar Seneca. Lenin wordt dus gelijkgesteld met Nero, die Rome in de as legde, en via zijn zingende terracottaleger met de niet minder brute keizer Qin Shi Huang, die China verenigde – wat het publiek in Moskou daarvan gaat denken bij de Russische première zal me benieuwen.

Bij alle absurditeit is de overheersende stemming dreiging. Voor een opera die verder behoorlijk over de top is, gebeurt er spectaculair weinig. Seneca (bariton Alexej Kochanov) en Nero (tenor Sergej Malinin) houden een duet, waarbij Seneca op gedragen toon de deugd predikt, en Nero met een afgeknepen falset tussen puberale opstandigheid en tirannieke bloeddorst laveert. Daarna beklagen Aggripina, Octavia en Seneca hun dood. Aggripina (mezzosopraan Arina Zvereva) doet dat in huiveringwekkend pianissimo met elektronische versterking, Octavia bij monde van een met bloed bespat koor van kariatiden wier stemmen langdurig over glas schrapen. Tussen de bedrijven door verschijnt Trotski ten tonele en vertelt over Lenin, van hun eerste ontmoeting tot aan Lenins ziekte en dood.

Van instrumenten is geen sprake. Componist Dmitri Koerljandski laat een combinatie van zwevende elektronische tonen en gemurmel vanuit het terracottakoor door de voorstelling heen zoemen, waarbij het moeilijk is te onderscheiden wat welk van de twee is. Die zwevende tonen, lezen we in het programmaboekje, zijn de extreem opgerekte eerste maten van een revolutionair lied, en wel uit een opname door het vorig jaar gecrashte Rode Legerkoor. Dat gemurmel, op dezelfde toonhoogte, schijnt uit teksten van Lenin te bestaan, maar dat gedeelte verschijnt niet in de boventitels en is sowieso amper als taal herkenbaar. Ook de stemmen van de solisten worden door de tape extra ingekleurd, wat het geheel het karakter van een lange, onheilspellende mantra geeft. Een opera zonder theatraal vocaal vertoon uit volle borst, het is weer eens wat anders.

Maar hoe bedoeld onspectaculair ook, er zit uiteindelijk wel erg weinig drama in Octavia. Trepanation. Los van de vergelijking tussen Nero en Lenin zie ik geen redenen waarom uitgerekend deze niet zo heel boeiende toneeltekst uit de mottenballen moest worden gehaald. En zo zitten we dan anderhalf uur lang in Lenins hoofd naar het einde van de Julius-Claudische dynastie te kijken. Het einde levert dan nog enige dubbelzinnigheid op, omdat het punt waar Trotski vertelt over de dood van Lenin samenvalt met de afgedwongen zelfmoord van Seneca, niet met het einde van Nero. Dus Seneca is eigenlijk ook Lenin? Zijn dan Seneca en Nero samen Lenin, een schizofrene koning-filosoof annex rücksichtslose moordenaar? Het maakt de vergelijking interessanter, maar twee platte karakters samen maken nog niet één complex karakter. De enscenering en de muziek hadden een betere tekst verdiend.

Foto: Luciano Romano