‘Nederlands theater is het beste in de wereld.’ Dat zei de vermaarde theatercriticus Michael Billington van The Guardian dertig jaar geleden al bij een bezoek aan het Nederlands Theaterfestival. Hij voegde eraan toe: ‘Jammer alleen dat niemand dat weet’, doelend op de beperking van onze taal. Inmiddels kunnen toeschouwers wereldwijd het zelf zien. Met dank aan Ivo van Hove en Toneelgroep Amsterdam. Internationale filmsterren stalken Van Hove, grote festivals programmeren naar hartenlust TA-producties. De coproductie Obsession met het Barbican Centre is de volgende stap: Nederlandse en Engelse acteurs voegen zich naadloos samen om in die minder obscure taal, het Engels, theater te maken.

Obsession is Van Hoves vierde bewerking van een film van Luchino Visconti. Die produceerde zijn Ossesione tijdens de Tweede Wereldoorlog (1943), met als basis de misdaadroman A Postman always rings twice uit 1934. Het wordt Van Hoves minst politiek expliciete theaterbewerking van de vier.

Het verhaal is eenvoudig: jonge vrouw (Hanna) kiest veiligheid door te trouwen met oudere man met geld (Joseph), maar valt als een blok voor een jonge derde. Hier de viriele zwerver Gino, die op een dag in haar tankstationbar verschijnt, op zoek naar eten en werk. Hij valt ook voor haar, en er volgt een aaneenschakeling van scenes vol passie. Tot de fatale beslissing: echtgenoot Joseph moet wijken om de weg vrij te maken voor hun liefde. Daarna komt de menselijke psyché om de hoek.

Visconti’s film verbeeldt ook een ander verhaal. Hij toont de broeierige Italiaanse atmosfeer van de vooroorlogse jaren die leiden tot uitbarstingen waarin politieke ideologieën clashen. Visconti’s antifascistische ideeën zijn in Ossesione wellicht minder evident dan in The Damned, maar wel degelijk voelbaar. En daar zit gelijk het grootste verschil met deze theaterproductie.

In de bewerking van dramaturg Jan Peter Gerrits en auteur Simon Stephens gaat de tekst niet veel dieper dan de relaties tussen deze drie mensen. Passie kan leiden tot geweld, en daden kunnen zo onherroepelijk zijn – net als het schuldgevoel achteraf -, dat een gelukkig einde onmogelijk wordt. Na de moord op Joseph volgt niet het grote geluk, maar het grote twijfelen. Gino wil weg van die plek waarin alles herinnert aan Joseph, Hanna voelt angst en wil met Gino haar bestaan voortzetten.

Die menselijke tragiek zou genoeg moeten zijn voor een indringende voorstelling. Maar de tekst blijft wat aan de oppervlakte. Deels is het de makke van de tekst. Deels, toegegeven, de verwachting van deze toeschouwer, die Van Hoves bewerking van Les Damnés tot het absolute hoogtepunt van de toneelgeschiedenis rekent.

Van Hoves regie is verder volkomen helder. Door het terugbrengen van het verhaal tot die menselijke essentie, draait het vooral om de kracht van de acteurs en hun samenspel en om alle ingezette middelen die de emotionele ontwikkelingen ondersteunen. Daarin is duidelijk: wij weten al dat Halina Reijn en Gijs Scholten van Aschat tot de fine fleur van ons Nederlands theater behoren, en we mogen blij zijn dat er nu duizenden extra mensen dit zullen gaan bevestigen. Zowel in de grote theaterfestivals van Wenen, Amsterdam als Luxemburg – allemaal coproducenten van de productie – zijn de voorstellingen nagenoeg uitverkocht.

Brits acteur Jude Law, internationaal de absolute box-office magneet, voegt zich naadloos in dit rijtje. Hij behoort al jaren tot Hollywoods finest. In Obsession bevestigt hij dat hij ook op toneel zijn reputatie waarmaakt. Als het al vrij snel tot de eerste intieme scene komt, draaien Law en Reijn in een ingetogen choreografie om elkaar heen, kleden elkaar gepassioneerd uit, daarna met tedere bewegingen weer aan. In de scene na de moord op Joseph toont Law met kleine gebaren en weifelende houding de eerste zaden voor twijfel. Het schuldgevoel dat de kop opsteekt, maakt juist hij schrijnend voelbaar. Daarna versnelt het tempo en nemen ruzies, twijfel en onenigheid toe.

Daarbij doet de rest van de acteurs niet onder voor de grote drie. Chukwudi Iwuji (eerder dit seizoen een interessante Lovborg in Van Hoves Hedda Gabler) is de juiste aangever, Robert de Hoog als Johnny en Aysha Kala als meisje Anita de juiste klankborden. Af en toe schiet er iets uit de bocht, maar de acteurs spelen geloofwaardig en met integriteit.

In beeld worden de acteurs ondersteund door close-ups, lichamelijke details en gezichtsuitdrukkingen in enorme projecties op de in grauw grijs en blokkerig vormgegeven omgeving (Jan Versweyveld, Tal Yarden). Een barruimte voor Hanna links, een oranje bassin met kraan rechts. Glazen deuren waar de belichting doorschijnt geven de ruimte een onbestemd karakter. Het motorblok dat in het midden hangt, is het draaiend hart. Het enorme ding zwijgt, en de oude man Joseph krijgt hem niet aan de praat. Maar het stoomt en gromt wanneer Gino zijn magische handen gebruikt.

Ook het geluidsdecor doet zijn werk (Eric Sleichim). Dit keer een combinatie van opera, met een speciale rol voor La Traviata en Carmen. Het werkt sfeerondersteunend.

Dus alles klopt maar de tekst biedt te weinig over een wereld waarin juist van Hove zo vaak zijn subtiele commentaar zo goed tot aangrijpend theater weet te maken.

Foto: Jan Versweyveld