Ze gaan er een ‘gezellig half uurtje van maken’, belooft muzikant-performer Willie Darktrousers in een schutterige introductie, om vervolgens uitgebreid te sterven. Zijn dood is de cue voor Joost Oomen: als een extatische voorganger-op-lsd leidt Oomen vervolgens een langgerekt massaritueel, waarin hij het publiek met allerhande opdrachten volop betrekt, om zodoende zijn vriend weer tot leven te wekken.

In een decor dat Willie Darktrousers (het alterego van Emiel Joormann) treffend omschrijft als ‘een leeggetrokken kringloopwinkel’ – een hoop felgekleurde, willekeurige attributen op een tafel voor beschilderde doeken – en in dito absurde kostuums, maken ze de toeschouwer deelgenoot van een voodoo-achtig groepsritueel. Er moet worden gemekkerd en gekakeld, voeten worden gewassen, er wordt met bananen geschoten en aardappelen worden geschild. Oomen declameert ondertussen zangerig, op semi-gewichtige wijze, allerlei lyrische frasen, die weliswaar mooi geformuleerd zijn, maar door de onsamenhangende context geen enkele betekenis krijgen: ‘Er is genade genoeg voor iedereen, zo lang de Duvel in de middag zorgt dat de dag van kleur verschiet.’

Oomen en Darktrousers bedachten deze voorstelling als straattheaterproject tijdens Oerol 2019. Wellicht dat ze destijds in de context van de openbare ruimte nog op enige spannende ontregeling konden bogen, maar hier in de festivaltent slaat de performance behoorlijk plat. De coronavariant van De Parade – waarin het publiek aan vaste tafeltjes zit en de kijkconcentratie dus een stuk hoger ligt dan in een volgepakte festivaltent – lijkt deze voorstelling ook voornamelijk in de weg te staan.

‘Ik wil de wereld vrolijker en minder efficiënt maken’, zei Oomen – door de Volkskrant uitgeroepen tot Literair Talent 2021 – over het concept van deze voorstelling en zijn daarop voortbordurende debuutroman Het perenlied (2020, Querido), in januari in een interview. Die uitwaaierende ongeremdheid die deze performance predikt is op zich een welkome afwisseling na een coronatijd die voor veel mensen in het teken stond van efficiency en zorgvuldig afgebakende afstand. Maar het is per saldo wel een gemakzuchtige theatrale vertaling van vrolijkheid.

Zoals te verwachten komt Willie Darktrousers op enig moment maar weer eens tot leven, en heft vervolgens een lied aan over de droevigste man ter wereld. Zo wordt er nog wat plichtmatig rondgebanjerd in de tent, totdat hij met een schuin oog op een horloge van een Parademedeweker ziet dat ze hun beloofde half uurtje hebben volgemaakt. Hij haast zich naar het podiumpje om af te ronden – de willekeur schuurt hier tegen regelrechte desinteresse aan.

Het is allemaal behoorlijk banaal, en de makers ontstijgen nergens de voor de hand liggende parodie. De onbenulligheid van deze performance is er uiteindelijk een van het saaiste soort: voorspelbaar, veel van hetzelfde en nét niet radicaal genoeg om interessant te worden.

Foto: Diederick Bulstra Photography